Eindelijk volwassen

Het Koreaanse Kia blijft maar groeien. En het vernieuwt zijn polyvalente Rio, een auto die in niets moet onderdoen voor zijn Europese concurrenten.

Iedereen weet dat Kia met rasse schreden oprukt in de autosector. Enkele jaren geleden werd het merk nog als een goedkoop alternatief voor de Japanse auto’s beschouwd. Nu kan het met de grote Europese concurrenten wedijveren. Dat merk je ook aan de prijzen, maar dat is logisch. De Rio 2017 is een nieuw voorbeeld van die succesformule: hij pakt uit met alle troeven van de Peugeot 208, de Renault Clio, de Volkswagen Polo en noem maar op.

Gloednieuw

De vierde generatie van de Rio vertrekt van een gloednieuwe basis, die ook voor de volgende Hyundai i20 zal worden gebruikt. Op papier is deze polyvalente auto 1,5 cm langer en dus goed voor 4,07 m. Dat is ongeveer even lang als de Clio (4,08 m) en de nieuwe Seat Ibiza, de voorloper van de toekomstige Fabia en Polo. Slim bekeken! Al is hij wel aan de zware kant – 140 kg meer dan de Clio, wat vooral te maken heeft met de extra uitrusting die hij kan meenemen. De uitrusting van de duurdere modellen onderscheidt zich met een indrukwekkend arsenaal van rijhulpjes, zoals een alarm bij het overschrijden van een witte streep, automatisch remmen in noodsituaties en zelfs voetgangersdetectie. Dat is uitzonderlijk in dit segment en zou de Rio vijf Euro NCAP-sterren moeten opleveren.

Kwaliteit op de afspraak

Het interieur van de Rio mag gezien worden. De afwerking is uitstekend en zelfs vergelijkbaar met die van de VW Polo, de referentie in deze categorie. Kwaliteit gaat samen met een overvloed aan ruimte, zodat ook achterin twee volwassenen heel comfortabel zitten. De praktische dimensie is niet vergeten, met grote bergvakken en een koffer van 325 liter. Geen record (355 liter voor de Suzuki Baleno en de nieuwe Ibiza), maar wel keurig in de middenmoot.

Vaste waarden

Bij de motoren komen we oude bekenden tegen, zoals de diesel 1.4 CRDi van 77 of 90 pk (vanaf ? 17.590), die alle verwachtingen inlost: efficiënt op alle niveaus. Ook de instapversie, een benzinemotor van 1.2 l en 84 pk (vanaf ? 14.390) doet zijn werk zoals het hoort, zonder echt opwindend te zijn. De twee andere benzinemotoren, T-GDI’s van 100 en 120 pk, zijn zeker het vermelden waard. Vooral de eerste (vanaf ? 18.290) heeft ons aangenaam verrast met zijn kracht en dynamiek. Hij doet wonderen in de stad, waar zijn soepelheid het rijden echt prettig maakt.

Op de weg stelt de Rio niet teleur, ook al is hij minder comfortabel dan een Citroën C3 en niet zo wendbaar als een Peugeot 208. Niet getreurd: het is een overtuigend compromis – ook al zullen kieskeurige chauffeurs de 1.4 CRDi (diesel) wat sloom vinden, met zijn hoge gewicht op het voorstel. Logisch. Maar de Rio hoeft zich nergens voor te schamen. Hij is ruim, uitstekend afgewerkt (en royaal uitgerust) en vormt een ideale tandem met de 1.0 l van 100 pk, die comfort en dynamisme garandeert.

ARNAUD DELLICOUR