Gastvrij Gascogne
Als ze ergens ter wereld weten wat genieten is, dan is het in de Gascogne, in het zuidwesten van Frankrijk. Of u houdt van de natuur, graag een brok geschiedenis herbeleeft of uw smaakpapillen wilt verwennen, hier komt u aan uw trekken!
De naam Gascogne komt van de Vascones, de Basken die het gebied tussen de Garonne, de Pyreneeën en de Oceaan in de zesde eeuw innamen en er het hertogdom Vasconia stichtten. In het begin van de Honderdjarige Oorlog veroverden de Engelsen het westelijke deel en zij maakten er het vorstendom Guyenne van. Het was in deze periode – van 1050 tot het einde van de XIIde eeuw – dat de castelnaux werden opgetrokken, versterkte dorpen op een bergkam, overheerst door een kasteel. Het pittoreske Fourcès is er een perfect bewaard voorbeeld van. Rond het midden van de XIIIde eeuw begon men bastides te bouwen, steden die soms de naam van een grote buitenlandse stad ‘leenden’: Valence, Cologne, Fleurance (Florence), Miélan (Milan), Barcelonne,... En ook de Kerk liet zich niet onbetuigd: zij trok sauvetés op, dorpen met een onschendbaar asielrecht zoals La Romieu dat de Unesco erkent als werelderfgoed.
Vandaag wordt de naam Gascogne gebruikt voor het historische kerngebied dat het departement Gers en delen van de departementen Lot-et-Garonne en Tarn-et-Garonne bestrijkt.
Levensgenieters
De Gascogners zijn goedlachse mensen met een leuk, zangerig accent die weten wat genieten is. Dat uit zich onder meer in hun rijke keuken die haast uitsluitend gebaseerd is op producten van eigen streek. Het begint al bij het aperitief: een glaasje Floc de Gascogne (zowel rood als wit) bestaat uit vers druivensap en jonge armagnac en is dus pittig en fris. Het laat zich ook graag verwerken in diverse gerechten.
Zelfs in kleine restaurants kunt u heerlijk tafelen voor een zacht prijsje. U hebt niet gegeten als u niet geproefd hebt van de foie gras (ganzenlever), waarvan de Gers de belangrijkste producent van Frankrijk is. En als nagerecht moet u zeker een pastis gascon proeven (ook croustade genoemd), een heerlijke bladerdeeg met appeltjes. Bij al dit lekkers hoort natuurlijk een fris, wit landwijntje van de streek.
La Flamme de l’Armagnac
Dé trots van de Gascogners is de armagnac, de oudste fijne brandewijn ter wereld. De armagnacstreek beslaat drie verschillende gebieden: Haut-Armagnac (met als centrum Auch), Ténarèze (met Condom) en Bas-Armagnac (met Eauze). De distillatie van de armagnac begint na de druivenoogst eind oktober, begin november: voor de levensgenieters die de Gascogners zijn voldoende reden om te feesten. De zogenaamde Flamme de l’Armagnac trekt van eind oktober tot het begin van het volgende jaar van dorp tot dorp om symbolisch het vuur onder de distilleerkolf (de alambic) aan te steken. Dan feest, eet, drinkt en danst het hele dorp op de vrolijke muziek van de bandas (vergelijkbaar met onze fanfares). De avond wordt afgesloten met de brulot, het flamberen van het nieuwe distillaat dat warm gedronken wordt.
Om armagnac te mogen heten, moet de brandewijn minstens twee jaar rijpen. Het eindproduct is een mengeling van wijnen van verschillende herkomst en leeftijd (tenzij u een millésimé koopt). De leeftijd die op het etiket wordt vermeld is die van de jongste brandewijn in het mengsel. In heel de Gascognestreek kunt u bij de producenten gaan proeven van hun producten. Moet u zeker doen! U wordt er met open armen ontvangen. n
Leen Baekelandt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier