Langdurig ziek, waar staan we vandaag?
Ondanks de nieuwe re-integratieprocedure die begin dit jaar van start ging, blijven langdurig zieken argwanend tegenover het terug-naar-werkbeleid. We zochten uit waarom en wat daaraan gedaan wordt.
Een vijftal jaar geleden kwamen langdurig zieken – werknemers die langer dan een jaar ziek zijn – plots in het vizier van de overheid. Hun aantal was dermate toegenomen – ze waren toen met 200.000, vandaag zijn het er ongeveer een half miljoen – dat er gezocht werd naar manieren om hen terug naar werk te leiden. In 2017 zag dan de federale wetgeving over de re-integratie het licht. Er werd een procedure uitgewerkt, met als centrale figuur de adviserende arts van het ziekenfonds. Dat traject start met een vragenlijst, die de zieke werknemer ingevuld moet terugbezorgen, en dat blijkt een moeilijk punt. Nog een pijnpunt, dat er altijd al is geweest, is dat bij een mislukt re-integratieplan – de werknemer kan het werk niet hervatten en er wordt geen aangepast werk gevonden bij de werkgever – die laatste de arbeidsovereenkomst kan stopzetten wegens medische overmacht. Waardoor je als werknemer geen opzeggingsvergoeding krijgt uitbetaald.
Verplichte vragenlijst niet ingevuld? Dan krijg je vanaf 2023 2,5% minder uitkering.
Nieuwe re-integratieprocedure
Intussen werd die re-integratieprocedure herbekeken en bestaat er sinds 1 januari 2022 het terug-naar-werk-traject, dat wordt opgestart op initiatief van de adviserende arts van het ziekenfonds of op vraag van de werknemer zelf. Via dit traject moet de terug- naar-werkcoördinator of TNW-coördinator jou als langdurig zieke werknemer ondersteunen in het vinden van gepaste begeleiding voor je terugkeer naar de arbeidsmarkt, dankzij aangepast werk, ander werk of een opleiding. De TNW-coördinator kan daarbij een beroep doen op het interne netwerk van het ziekenfonds – adviserend arts en multidisciplinair team – en een extern netwerk – externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, je werkgever, je behandelende arts, gewestelijke bemiddelingsdiensten zoals de VDAB, Forem en Actiris, loopbaanbegeleiding, de vakbond,...
Momenteel worden TNW-coördinatoren aangeworven en opgeleid. Dit jaar nog starten er 40, in 2023 komen er nog bij. Zij zijn de spilfiguur bij je re-integratie. Ze zijn je persoonlijk contactpunt en moeten je begeleiden. De klemtoon bij deze nieuwe aanpak ligt op samenwerking. Tussen de verschillende bevoegdheidsniveaus (federale wetgeving, maar ook het Vlaams Actieplan), maar ook tussen artsen, ziekenfondsen, preventiediensten,... Daardoor moet het snel mogelijk zijn voor een werknemer om ook andere pistes te verkennen, al zal er eerst worden gekeken naar wat kan bij je eigen werkgever.
De vragenlijst: wat loopt er fout?
Tien weken na het begin van je arbeidsongeschiktheid (vroeger na acht weken) vraagt de adviserend arts van je ziekenfonds jou om een vragenlijst in te vullen, om jouw restcapaciteiten te kunnen inschatten. Die vragenlijst moet je dan binnen de twee weken ingevuld aan de adviserend arts terugbezorgen. In de vierde maand van de arbeidsongeschiktheid maakt diezelfde arts via je medisch dossier en de ingevulde vragenlijst dan een eerste inschatting van wat jij nog kan.
Minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke liet in een webinar van het Riziv – dat je kan beluisteren via riziv.be – optekenen dat de informatie die je als werknemer geeft via de vragenlijst, heel belangrijk is om je verder te kunnen helpen. De vragenlijst versterkt je dossier, op basis waarvan je dan wordt uitgenodigd voor een gesprek. Stuur je als zieke werknemer de vragenlijst niet ingevuld terug, dan neemt de TNW-coördinator contact met je op om te vragen waarom je dat niet deed.
Maar de vragenlijst invullen is om nog een reden belangrijk. Zo kondigde de huidige regering De Croo aan dat er vanaf 2023 sancties komen voor wie de verplichte vragenlijst niet invult. Daarbij zou je als zieke werknemer 2,5% van je uitkering verliezen en ook je ziekenfonds zou een financiële sanctie krijgen.
Veel langdurig zieken antwoorden nog altijd niet op de vragen over een mogelijke terugkeer naar het werk, zo bleek uit een rondvraag van De Standaard bij de ziekenfondsen eerder dit jaar. Bij een aantal ziekenfondsen stuurt tot 40% de lijst niet ingevuld terug naar de ziekenfondsarts.
Waarom? “We begrijpen de nood aan een hulpmiddel om werkhervatting te ondersteunen, maar we vangen signalen op van patiënten dat de formulering van bepaalde vragen beter kan”, klinkt het bij het Vlaams Patiëntenplatform. “Ze begrijpen vaak niet waarom bepaalde vragen worden gesteld en ondervinden soms moeite om de vragenlijst zelfstandig in te vullen. Voor ons is het belangrijk dat mensen het werk kunnen hervatten volgens hun eigen noden en mogelijkheden, en dat dit op vrijwillige basis gebeurt. We zien dat deze visie nu ook is meegenomen in het terug-naar-werk-beleid van deze regering en daar zijn we blij mee. Maar we betreuren dat er vanaf 2023 een sanctie wordt gekoppeld aan het niet invullen van de vragenlijst. We blijven hierover in gesprek gaan met het beleid.”
“Op zich zijn wij niet tegen de vragenlijst”, benadrukt CM-voorzitter Luc Van Gorp. “Bij ons wordt die enkel digitaal verstuurd, bij andere ziekenfondsen gebeurt dat ook op papier. De digitale kloof speelt zeker een rol. Je moet dit digitale document ook in een keer invullen en terugsturen, je kan niet een deel nu en een deel later sturen. Soms zorgt ook de taal voor een rem. En verder krijgen mensen die ziek zijn al een hoop administratie over zich heen: ze moeten hun getuigschrift arbeidsongeschiktheid opsturen, een vragenlijst invullen,... Soms kan dat gewoon teveel zijn. Laat ons, in plaats van mensen te controleren en te sanctioneren, hen helpen op een positieve manier. Natuurlijk moeten zij die misbruik maken van het systeem worden aangepakt, maar je moet daarom de groep langdurig zieken niet in zijn totaliteit viseren. Ik heb zelf net covid gehad. Ik werd gebeld door iemand van contacttracing. Die vroeg mij niet om namen door te geven van de mensen met wie ik recent contact had, maar wel: hoe gaat het met u? Dáár moeten we ook met langdurig zieken naartoe.”
Vandaag ervaren zieken de re-integratieprocedure nog vaak als een ontslagmachine.
Ontslagmachine
Nog een heikel punt is dat de re-integratieprocedure vandaag vaak als een ontslagmachine wordt gezien. Want lukt de re-integratie niet, dan kan je werkgever je als zieke werknemer ontslaan zonder opzeggingsvergoeding. “De re-integratieprocedure is bedoeld om mensen terug aan de slag te helpen, niet om ze te ontslaan zonder vergoeding”, aldus Hanne Sanders, kabinetsmedewerker van federaal minister van Werk, Pierre-Yves Dermagne. “Nieuwe wetgeving om de beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht los te koppelen van de re-integratieprocedure is op komst. Er komen twee aparte procedures: een nieuwe en vereenvoudigde re-integratieprocedure die moet leiden tot een re-integratie bij je eigen werkgever, met al dan niet aangepast werk en aandacht voor redelijke aanpassingen, én een nieuwe procedure verbreking medische overmacht, die pas zal worden opgestart na negen maanden arbeidsongeschiktheid.”
Deeltijds ziek, deeltijds werken
Wie ziek is, kan ook deeltijds terug naar het werk en daarbij een loon en een ziekte-uitkering combineren. Vandaag moet je echter eerst volledig ziek zijn vooraleer je een deeltijdse job kan combineren met een ziekte-uitkering. Maar er zijn ook heel wat werknemers voor wie voltijds werken om medische redenen te zwaar is en toch gerust verder zouden kunnen werken als hun arbeidsvolume zou worden verminderd. Het zou logisch zijn om hen niet verplicht eerst door een fase van 100% ziekte te doen gaan, waarbij ze helemaal niet meer mogen werken. Ook dit punt zit bij de nieuwe wetgeving in de pijplijn.
Op www.plusmagazine.be/langdurigziek vind je de lijst met 15 vragen die de adviserend arts je na tien weken stuurt.
Gerard: “Je vraagt je af wat ze tegen jou kunnen gebruiken”
Ik was vorig jaar drie maanden in burn-out. Na twee maanden kreeg ik een vragenlijst van mijn ziekenfonds. Daarin werd gevraagd of ik ging hervatten, of de omstandigheden op het werk waren veranderd, hoe ver ik zat in mijn herstelproces, of er een risico was op herval. Ik had toen al beslist om terug aan de slag te gaan bij dezelfde werkgever. Maar ik besef dat als ik die vragen eerder had gekregen, ik ze confronterend had gevonden. Als je nog in de knoop zit en niet weet welke richting het zal uitgaan, hoe kan je dan weten of je gaat hervatten, laat staan hervallen? Het blijft ook moeilijk dat de instantie die jou een uitkering geeft, jou ook weer aan de slag moet ‘helpen’. Kan je dan wel alles zeggen? Kan er niets tegen jou worden gebruikt? Ondanks de mail waarin de arts zich voorstelt en de procedure wordt uitgelegd, blijft het een externe partij die inbreekt in de vertrouwensrelatie met je huisarts/psycholoog. De ziekenfondsarts nam de controle over en gaf mij niet het gevoel samen te willen werken. Een kennis die in een diepe en langdurige burn-out zit (1,5 jaar) heeft dit nog heftiger ervaren. Hij kwam al fysiek in contact met de controlearts. Bij hem overheerste het gevoel van de rechter die je op de rooster legt, eerder dan helpt.
Gerard is een fictieve naam.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier