Normandië anders bekeken

Genieten van een ijsje met camembertsmaak, in een ton slapen, bidden in een duizendjarige boom... In Normandië kan het allemaal! Tijd voor een origineel zomers weekend.

In minder dan vier uur rijden vanuit Brussel komen we aan in Bec-Hellouin, een van de mooiste dorpen van Frankrijk. Het is meteen duidelijk waarom. Je kan niet anders dan gecharmeerd zijn door de rijen huizen met kleurrijke houten panelen. De piepkleine gemeente is een oase van rust en bloemen. Het typisch Normandische dorp ligt midden in een groene vallei, een beetje afgezonderd van de rest van de wereld. In de abdij uit de 11de eeuw wonen nog benedictijnenmonniken. “De oude kerk, waarvan je hier de overblijfselen ziet, was groter dan de Notre-Dame van Parijs”, vertelt onze gids Laëtitia vol trots. Een grootse en serene plek die beslist een omweg waard is!

Verrassende ijsjes

Onderweg naar het volgende originele dorp stoppen we bij de Ferme du Bois Louvet, om er ijs met verrassende smaken te proeven. “In 2009 wilden we iets nieuws proberen en beslisten we van de melk van onze Holsteinkoeien ijs te maken. We bieden een uitgebreid assortiment aan, zonder kunstmatige kleurstoffen of bewaarmiddelen”, verduidelijkt Philippe Cocagne. Het ijs met camembertsmaak is erg gedurfd en de sorbet van tomaat en basilicum heerlijk verfrissend!

Eigenaardige kerk

Met een voldaan gevoel vertrekken we naar Cormeilles, een dorp met vakwerkgevels, dat bekend staat om zijn antiekwinkels en grote distilleerderij. ‘De nummer één van de wereld’, lezen we bij de ingang. Nadat we er pommeau en calvados hebben geproefd, neemt gids Séverine ons mee naar de 11de eeuwse Eglise Sainte-Croix. Langs de buitenkant ziet het gebouw er maar gewoontjes uit, maar binnen lijkt het schip naar de hemel te klimmen. En nee, we hebben niet te veel van het lokale drankje op! Er is wel degelijk een helling van 9% naar het koor. Door dat niveauverschil komt het orgel op dezelfde hoogte als het altaar te staan. “Een bijzonderheid die uniek is in Normandië en in Frankrijk, en waarvoor we niet echt een verklaring hebben.”

Knusse cocon

Aangekomen in het Marais Vernier, een soort Zwin dat ontstond na de drooglegging van een meander van de Seine, laten we ons opnieuw verrassen. De omgeving oogt als een stereotiep plaatje van het traditionele Normandië. Isabelle ontvangt ons in haar pittoreske gîte, die bestaat uit mooie huisjes en een pod, een kleine houten hut en een comfortabel alternatief voor kamperen. De ecologische constructie versmelt met de natuur, net zoals de jacuzzi in de open lucht, die te midden de boomgaard staat en waar we graag gebruik van maken. Dit is een moment van pure ontspanning bij maanlicht. Ideaal voor mensen die dol zijn op de natuur of gewoon dol zijn op elkaar! Na een behaaglijke nacht in onze kleine en knusse cocon is het tijd voor een uitgebreid en overheerlijk ontbijt. De vruchtensappen, de confituur en de pannenkoeken heeft onze gastvrouw uiteraard zelf gemaakt van lokale producten. Wat een feest!

Tijdloos

Er komt geen eind aan de betovering. Isabelle bezorgt ons fietsen waarmee we via de Huttenweg in het natuurlijke amfitheater van het Marais Vernier rondtoeren. Er volgt een zonovergoten tocht met onze haren in de wind, langs authentieke vakwerkhuizen, door afgelegen weiden waar ezels, paarden en Schotse runderen rustig hun gangetje gaan. In dit beschermde natuurreservaat, waar het wemelt van de ooievaarsnesten, lijkt de tijd wel stil te staan.

Kapelbomen

Met de auto richting La Haye-de-Routot en zijn vreemde bomen. “Deze twee duizendjarige iepen zijn de oudste van Normandië. Ze stonden er al een hele poos toen in de 13de eeuw vlakbij een kerk werd opgetrokken. En ze zijn heilig”, vertelt onze gids Michèle bij de voet van de bomen. De tijd heeft de binnenkant van hun stam uitgehold. Er ontstond zo’n grote ruimte dat er in de 19de eeuw een kapel in de holte van een van de bomen werd ondergebracht.

Nog aparter is de duizendjarige eik van Allouville-Bellefosse 30km verderop. De boom staat in het centrum van het dorp en zou de oudste eik van Frankrijk zijn. Hij zou nog dateren uit de periode van Karel de Grote. Toegegeven, door de vele verstevigingen en stutbalken ziet hij er aan de buitenkant niet echt statig meer uit. Maar hij biedt onderdak aan twee boven elkaar gelegen kapelletjes die via een wenteltrap met elkaar verbonden zijn. We trekken onze buik en billen in, wurmen ons door de spleet in de boom en dringen door tot de kern van de boomstam, die een omtrek van maar liefst 14m heeft!

Slaapton

We blijven van de ene verbazing in de andere vallen! Op een halfuur rijden, sluiten we onze reis af in Bretteville du Grand Caux, waar we ons even Diogenes wanen. We gaan er namelijk logeren in een ton. Dit originele gastenverblijf bevindt zich te midden een ommuurde boomgaard, een typisch Normandisch domein. “We produceren cider. Toen we onze activiteiten wilden uitbreiden, kwamen we vanzelf op het idee om toeristen te ontvangen in een ton”, vertelt Vincent onder het goedkeurende oog van Marcel, de haan en mascotte van het domein.

Tijdens een wandeling langs het duivenhok en de appelbomen vertelt onze gastheer honderduit en laat hij ons proeven van zijn appelsap, zijn cider en zijn ciderbrandewijn. Daarna overhandigt hij ons de sleutel van een ton van 10.000l en 1,80m diameter. De kamer, die plaats biedt aan vier personen, is klein, maar de gezellige chaletsfeer en de heerlijke houtgeur maken veel goed. Het comfortabele bed doet de rest. Er is wel geen verwarming (overbodig in de zomer), elektriciteit of toilet. Avontuurlijk als we zijn, houden we er rekening mee dat we er ’s nachts even uit moeten voor een dringende behoefte. Met een stormlamp op batterijen banen we ons een weg door het donker, richting het sanitair van de boerderij, een vijftigtal meter verderop. Het wordt een verfrissende wandeling door het slapende platteland. We houden er het prettige gevoel aan over dat we in volle natuur eventjes alleen op de wereld waren.

TEKST EN FOTO’S OLIVIA VAN DE PUTTE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content