Spierballen uit de States

De Ford Mustang is in 50 jaar tijd een legende geworden. Een legende die blijft leven, want dit jaar brengt Ford een nieuwe versie uit. En wat voor één!

De Mustang is een legendarische auto, een legende die van nul vertrokken is. Het begon met Lee Iacocca, die een uitdaging zocht: een auto ontwerpen die niet overdreven duur zou zijn, maar tot de verbeelding zou spreken en de Amerikaanse babyboomers zou weglokken van de in de jaren ’60 populaire Europese auto’s.

Om zijn doel te bereiken, plunderde Lee Iacocca de orgaanbanken van de Ford-groep en transformeerde hij de saaie Ford Falcon in de allereerste Mustang. Zo bekeken, lijkt de Mustang bijna een crisisauto. Maar het vervolg is een sprookje, met onvermijdelijke ups-and-downs. Al een halve eeuw lang is dit een auto die passie opwekt, een auto die een plaats in het collectieve bewustzijn heeft veroverd, onder meer met tal van gastrollen in films (Goldfinger, Un homme et une femme, Bullitt, Diamonds are Forever, enz.)

Een legende moet in alle opzichten uitblinken. Geen probleem voor deze zesde generatie van de Mustang, die in meer dan 120 landen op de markt komt. Om zoveel mogelijk mensen te verleiden, is het model nu al beschikbaar als coupé en cabriolet, met een automatische of handgeschakelde versnellingsbak en met twee radicaal verschillende motoren. Europa krijgt de V6 van 3,7 l niet, maar wel de viercilinder 2,3 l Ecoboost – een turbo – en ook de zware V8 van 5 l. De eerste is al goed voor 317 pk en 432 Nm, de tweede gaat tot 421 pk en 530 Nm. Zelfs de lichtere motor heeft op de snelweg meer dan genoeg in zijn mars om ons enthousiast te maken.

Het nieuwe, in vier modi afstelbare chassis gaat moeiteloos om met al dat vermogen. Relaxed cruisen maar ook sportief rijden kan in de grootste sereniteit. De al even vlotte V8 staat voor een andere dimensie, met een rauw geluid dat al bij lage toerentallen heerlijk rommelt. Puur plezier! Paradoxaal genoeg raast hij als een duivel maar voelt hij toch heel veilig aan, omdat hij mooi in lijn blijft en de kracht van de achterwielaandrijving perfect opvangt. Dat is pas kunst!

Niet te verslaan

Die kunst van de Mustang wordt nog aantrekkelijker gemaakt door de voor deze legende verrassend vriendelijke prijzen: de 2,3 l heeft een prijskaartje van € 35.000 en voor de V8 betaal je € 40.000. Dat is bijna gratis, vergeleken met de Europese concurrentie. Wie met de haren in de wind wil rijden, betaalt € 4.000 extra voor de cabriolet. Het dak opent in 10 seconden en een windscherm is niet nodig, want bij een redelijke snelheid zijn er geen luchtstromen te voelen. Valt er dan echt niets aan te merken op de Amerikaan? Muggenzifters zullen over de details van de afwerking zeuren en over een wat slappe motor bij lage toerentallen. Maar dat doet geen afbreuk aan het totaalbeeld. Amerikaanse eenvoud kan soms zalig zijn.

ARNAUD DELLICOUR