Mannen, toon uw emoties...
Ook als man moet je vandaag onbeschroomd je emoties durven tonen, zo wordt gezegd. Maar mag dat altijd en overal? En kun je dat nog leren als je het een levenlang niet gedaan hebt? We gaan op zoek naar de nieuwe man.
Inhoud:
- “Je gaat toch niet janken?”
- Nooit te oud om te leren
- Waar is de nieuwe man?
- Leterme en Milquet: te weinig emotionele intelligentie?
Na zeven uur ‘ s avonds en in het weekend moeten ze mij met rust laten. Dan wil ik bij mijn vrouw en mijn twee zonen zijn. Metris is niet het enige spel dat ik graag speel. Kinderen zijn zo kwetsbaar, zo onafhankelijk van anderen voor hun geluk, dat raakt mij in het diepste van mijn ziel. Het is de eerste keer in mijn leven dat ik zo onderworpen – en niet in de negatieve betekenis van het woord – ben aan de liefde die ik krijg van mijn twee kleine schepsels. Gewoon prachtig!”
Deze uitspraak van Bart Van Coppenolle, zakenman en grote baas van het hoogtechnologische bedrijf Metris, vonden we in het boek Grote jongens huilen niet (*). Daarin laat Peter-Jan Bogaert bekende en minder bekende mannen aan het woord over emoties als liefde, vaderschap, verdriet, prestatieplezier, spijt, dood en trouw.
Merkwaardig. Hoort de chef van een beursgenoteerd bedrijf als Bart Van Coppenolle niet te zeggen dat hij dag en nacht met zijn werk en de belangen van zijn aandeelhouders bezig is? Mag hij zich zo kwetsbaar opstellen?
“Het is een bewijs dat we anders beginnen aan te kijken tegen mannen die hun emoties tonen. Maar helaas bestaat er nog altijd een groot verschil tussen de theorie en de praktijk”, zegt Nele De Meyere, een klinische psychologe die zich onder meer gespecialiseerd heeft in het omgaan met emoties. “Ook nu vallen we nog vaak terug op het voorbeeld van onze ouders: een vader die nooit huilde en een moeder die dat wel deed.”
PAGEBREAK
“Je gaat toch niet janken?”
Komen mannen van Mars en vrouwen van Venus? Bestaan er verschillen in de werking van mannenhersenen en vrouwenhersenen? Eigenlijk staat er maar één zaak vast in deze wondere materie: in onze prille kindertijd zijn onze gevoelens dezelfde. Overal ter wereld uiten baby’s en peuters van beide geslachten hun woede, hun blijdschap of hun verdriet op dezelfde manier. Pas wanneer we onze spontane gevoelens enerzijds en onze redeneringen en overtuigingen anderzijds gaan scheiden, begint de kloof tussen hem en haar.
Nele De Meyere: “Onze redeneringen en overtuigingen krijgen we als kind mee in de opvoeding. Ook vandaag nog, na al die emancipatiegolven, zie je dat ouders en opvoeders dikwijls aan jongetjes die verdriet hebben, zeggen: je gaat toch niet janken? Wees sterk! Meisjes die hun woede willen uiten, krijgen nog vaak te horen: Kijk niet zo boos, je gaat later lelijk zijn! We krijgen dus de boodschap mee dat we onze emoties – of althans sommige – beter niet tonen. Zo ontstaat de overtuiging dat mannen altijd hard en sterk moeten zijn en vrouwen zacht en emotioneel. Ook al staat die overtuiging haaks op onze échte gevoelens. Van mannen wordt sociaal aanvaard dat ze mannelijke gevoelens als woede en frustraties openbaar uiten (op het werk, op het voetbalveld...), maar niet hun verdriet. Ze mogen op een vergadering met de vuisten op tafel kloppen, maar niet huilen. Vrouwen mogen tonen dat ze verdriet hebben maar niet dat ze heel boos en agressief zijn.”
Soms kan onze rede onze gevoelens zo diep verdringen dat we als man écht geen verdriet meer voelen en als vrouw geen agressiviteit meer. En dat is zeker niet gezond. De verdrongen spanningen gaan op een gegeven moment toch opborrelen. Dat leidt dan onvermijdelijk tot impulsieve uitbarstingen op momenten die sociaal niet zo geschikt zijn. Zoals bij moeders die de omstanders in de supermarkt schokken door ineens verschrikkelijk boos te worden op een zeurderig kind. Of zoals bij Jozef. “Bij de crematie van onze moeder hadden we met de broers en zussen afgesproken dat elk van ons een persoonlijke boodschap zou uitspreken”, vertelt hij. “Ik had in de laatste jaren van haar leven niet zulk een hechte band met mijn moeder. Eigenlijk voelde ik geen verdriet. En toch, tijdens mijn toespraak voor een volle zaal voelde ik tranen opkomen. Plotseling kwam het er allemaal uit en stond ik daar te huilen. Ik kon het onmogelijk tegenhouden.”
PAGEBREAK
Nooit te oud om te leren
In de samenleving van vandaag zijn de slimste mannen (en vrouwen) degenen die hun emoties kunnen reguleren en doseren . “Dat is een vaardigheid die je ook op latere leeftijd kunt aanleren, zelfs als je je emoties nooit of heel zelden hebt geuit”, zegt onze psychologe. Dat aanleren kan het best gebeuren in vijf stappen.
1. Leer herkennen wat uw lichaam voelt. Hevige gevoelens uiten zich lichamelijk: onze keel of onze maag gaat dichtsnoeren, ons hart sneller slaan, onze benen trillen... Die lichamelijke gewaarwordingen niet meer negeren maar ze aanvaarden, vormt de eerste stap.
2. Omschrijf meteen uw gevoelens. Zodra u die gewaarwordingen voelt, kunt u tegen uzelf zeggen: ja, ik ben bang, ik heb verdriet, ik ben gefrustreerd,...
3. Vind de behoefte achter de emotie. Elk gevoelen zegt precies wat we op dat moment nodig hebben. Als ik verdriet heb, heb ik steun en de nabijheid van anderen nodig. Als ik heel blij ben, heb ik mensen nodig aan wie ik dat kan vertellen. Bij angst wil ik bescherming.
4. Durf te zeggen wat u nodig hebt. Hierin schuilt de essentie van reguleren en doseren. We moeten er zelf op een sociaal aanvaardbare manier voor zorgen dat onze behoeften vervuld worden en de verantwoordelijkheid niet op anderen afschuiven. Het mondeling uiten van uw behoeften kan al bevredigend werken.
5. Uit uw gevoelens op het juiste moment en de juiste plaats. Stel: u hebt samen met uw kinderen heel veel moeite gedaan om een verrassing voor te bereiden voor de verjaardag van uw vrouw. Op het moment zelf reageert ze echter lauwtjes en dus bent u zwaar ontgoocheld. Natuurlijk mag en moet u haar dat zeggen, maar doe dat niet tijdens het feestje zelf. Kies een moment uit waarop u alleen met haar bent.
Samenvattend: sterke gevoelens niet negeren of weglachen maar ze herkennen, benoemen, de behoefte achter de gevoelens toegeven en er durven over te praten op het juiste moment. Met andere woorden: uw emoties tonen, maar niet te veel. En vooral geen schrik hebben om als doetje te worden beschouwd “Het is echt een kwestie van oefenen, trainen en nog eens oefenen”, pleit Nele De Meyere. “Hoe beter je daarin wordt, hoe minder belang je gaat hechten aan de reacties van je omgeving. De reacties en overtuigingen van de anderen in verband met het uiten van gevoelens, dat is hún probleem, niet het jouwe!”
PAGEBREAK
Waar is de nieuwe man?
Hebben we daarmee de nieuwe man gevonden? Is hij iemand die geleerd heeft zijn gevoelens te herkennen en gedoseerd te uiten? En is het waar dat vrouwen voor zulke mannen vallen? Helaas is dat lang niet zeker.
Onze psychologe waarschuwt haar seksegenoten: “Vrouwen roepen wel hard dat mannen hun emoties moeten tonen, maar tegelijk willen ze mannen met ballen en geen watjes. Een nieuwe man benoemt en uit zijn emoties, maar hij moet dat doen met ál zijn emoties. Dus ook met zijn woede, zijn kracht, zijn frustraties, zijn competitieplezier en zijn zoektocht naar kicks. Hij mag geen schrik hebben om die emoties te uiten en zij moet dat accepteren. Vrouwen zullen een man die alleen zijn vrouwelijke kant laat zien wel een toffe soulmate vinden (ze voelen zich veilig bij hem), maar niet een potentiële liefdespartner. In gelukkige man-vrouwrelaties zie je altijd een evenwicht tussen enerzijds gevoelens en anderzijds redeneringen en overtuigingen. Hij komt uit voor al zijn emoties, zij is bereid ook haar rationele en mannelijke kanten te tonen. Dat laatste durven vrouwen wel eens vergeten. We hebben ook nieuwe vrouwen nodig!”
Leterme en Milquet: te weinig emotionele intelligentie?
Oefenen om een mooi evenwicht te krijgen tussen onze rede en het durven uiten van gevoelens: is dat het nu wat ze emotionele intelligentie noemen?
“Emotionele intelligentie gaat nog verder”, zegt Nele De Meyere. “De eerste vereiste is inderdaad het reguleren en het gedoseerd uiten van je emoties. Maar er zijn nog andere vereisten: je goed inleven in de gevoelens van anderen (empathie), je een accuraat en realistisch beeld kunnen vormen van jezelf en de anderen, kunnen volhouden als het tegenzit en je eigen behoeftebevrediging kunnen uitstellen. Met andere woorden: in staat zijn gedurende lange tijd hard te werken zonder een directe beloning.”
Gebrek aan emotionele intelligentie aan de onderhandelingstafel zou best één van de redenen kunnen zijn waarom de regeringsvorming zo lang heeft aangesleept (of misschien nog steeds aansleept terwijl u dit leest). Wellicht zouden wat meer empathie bij Yves Leterme en rationaliteit bij Joëlle Milquet wonderen kunnen doen. Laat ze alvast beginnen te oefenen, want ze moeten waarschijnlijk nog vier jaar in evenwicht met elkaar kunnen leven.
(*) Peter-Jan Bogaert, Grote jongens huilen niet, uitgeverij Van Halewyck, ? 17,50.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier