De digitale revolutie van de radio
Na meer dan vijftig jaar luisterplezier maakt FM beetje bij beetje plaats voor een nieuw en digitaal formaat: DAB+
De televisietechnologie evolueert constant. De voorbije 30 jaar volgde de ene verandering na de andere, van de kathodebuis naar het vlakke scherm, van formaat 4:3 naar 16:9, van standaarddefinitie naar HD en het huidige UHD (4K). Met de radio is dat anders, die is nauwelijks veranderd. Al sinds de jaren ’60 luisteren we thuis, in de auto of onderweg naar FM en (bijna) niets anders. FM heeft dan ook tal van voordelen: een goede geluidskwaliteit, eventueel in stereo, en toestellen voor elk budget. Toen FM naar België kwam, noemden sommige mensen dat een revolutie en spraken ze van radio in kleur. In werkelijkheid was die revolutie het eindpunt van een erg lange bevalling, want FM dateert al van 1933. Vandaag is het nog altijd de meest gebruikte uitzendtechniek ter wereld. Maar zelfs in een zo stabiele sector als de radio is niets eeuwig. En dus krijgt de eerbiedwaardige oude dame van 86 jaar concurrentie van een nieuwe technologie. Haar naam? DAB+.
Digital Audio Broadcasting of digitale audio-uitzending werd in de jaren 1980 in Europa geboren en maakte in het midden van de jaren 1990 zijn commerciële debuut. Aan troeven geen gebrek: de geluidskwaliteit is te vergelijken met die van een cd, er is plaats voor meer zenders, het signaal blijft stabiel, ook in beweging (bijvoorbeeld in de auto), er is geen achtergrondruis, een uitzending kan worden aangevuld met veel rijkere tekst- en grafische gegevens dan met de huidige RDS-technologie, zenders zoek je op hun naam en niet meer op hun frequentie, het systeem verbruikt minder energie... Op papier ziet het er prachtig uit. En bovendien is het luisteren net zo gratis als in FM. Toch probeert de digitale radio nu al een kwarteeuw door te breken, maar wordt hij maar met mondjesmaat populairder.
Daar zijn tal van redenen voor. Om te beginnen is er het eeuwige probleem van de kip en het ei: waarom zouden radiozenders investeren in een nieuwe technologie als de consumenten geen toestellen in huis hebben om ze te ontvangen? En waarom zouden luisteraars een DAB+ compatibele radio kopen als er niets is om naar te luisteren? Jarenlang speelde men elkaar de bal toe. En toen kwam er geleidelijk aan schot in de zaak.
FM-band verzadigd
Stilaan beginnen grote radiostations te beseffen dat ze een probleem hebben: de FM-band is verzadigd, er is dus geen plaats voor nieuwe zenders. De tijd dat een handvol zenders volstond, is voorbij. Iedereen wil een gevarieerd aanbod en diversificatie. Er is vraag naar programma’s voor verschillende leeftijdsgroepen, verschillende muzikale smaken, verschillende bevolkingscategorieën... De digitale radio kan dat oplossen. Eerst met DAB, nu met DAB+. Het verschil tussen die twee is te technisch om uit te leggen, maar wat telt is dat DAB+ meer kan dan DAB en ook de enige technologie is die in België algemeen wordt aanvaard. Bovendien zegt een Europese verordening dat alle auto’s die vanaf 2021 op de markt komen, verplicht uitgerust moeten zijn met “een ontvanger die minstens radiodiensten kan ontvangen en reproduceren die via digitale terrestrische radio-uitzendingen worden uitgezonden”. Vorig jaar had al één auto op de drie een DAB+radio.
En thuis of onderweg? Panasonic, Philips, Sony en Yamaha brengen al heel wat draagbare, auto- en huisradio’s met zowel FM als DAB+ op de markt. En omdat de grote merken eerst niet erg happig waren, hebben sommige fabrikanten zich in deze technologie gespecialiseerd. Zoals het Britse Pure (www.pure.com), dat bijna uitsluitend DAB+ radio’s maakt. De prijzen hangen af van het merk en het model, maar beginnen in de buurt van 35 euro.
België is niet gehaast
We hebben geen kristallen bol nodig om te voorspellen dat FM op termijn verdwijnt. Dat is iets voor de volgende jaren, land per land, elk op zijn eigen ritme. Maar maak je geen zorgen: België heeft niet vreselijk veel haast – in elk geval minder dan Noorwegen, dat al een jaar geleden de FM-knop heeft omgedraaid. Is DAB+ dan niet meer te stuiten? Niet echt. De houding van de FM-stations verschilt naargelang hun omvang. Grote nationale groepen zien in DAB+ een kans om hun invloed uit te breiden door meer gerichte programma’s te brengen. Kleine lokale radio’s vrezen voor hun toekomst. De DAB+ technologie is immers niet geschikt om een heel beperkte zone te bestrijken. En veel lokale stations hebben de middelen noch de ambitie om voor een groot gebied te werken. Zal DAB+ die kleine zenders de das omdoen? Niet noodzakelijk. Naast DAB+ zijn immers de internetradio’s (web radio) fel in opmars. Hun handicap: je hebt een wifi- of 4G-verbinding nodig om ze te beluisteren, hun geluidskwaliteit is erg variabel en de kans bestaat dat sommige zenders niet meer gratis zullen zijn. Anderzijds hebben ze het voordeel dat ze een wereldwijd publiek kunnen bereiken.
Het is dus niet echt duidelijk hoe het allemaal zal evolueren. Maar als je binnenkort in een radio of autoradio moet investeren, doe je er goed aan om een model te kiezen dat ook DAB+ is. En om via het internet naar de radio te luisteren, hoef je niet te kiezen: een computer, tablet of smartphone volstaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier