3 vragen over de financiële gevolgen van een echtscheiding
‘Scheiden maakt arm’ is een gekende boutade. Helaas is ze vaak waar. Want wat je samen hebt vergaard moet worden verdeeld en je moet elk apart verder. En de partner die de woning overkoopt moet een verdeelrecht betalen.
Als je uit de echt wil scheiden kan je dat sinds 1 september 2007 op twee manieren doen. Om te beginnen kan je scheiden met onderlinge toestemming. Hiervoor moet je een akkoord hebben met je echtgeno(o)t(e) over alle aspecten van de echtscheiding (verdeling van de goederen en schulden, onderhoudsgeld ,…).
Een tweede piste is de echtscheidingsprocedure voor de rechtbank op basis van een onherstelbare ontwrichting van het huwelijk. De rechtbank zal de echtscheiding op deze basis sowieso uitspreken als je meer dan een jaar feitelijk gescheiden leeft. Is ook je partner akkoord om te scheiden, dan volstaat het dat jullie 6 maanden (of soms zelfs 3 maanden) feitelijk gescheiden leven. In het echtscheidingsvonnis stelt de rechtbank meteen een notaris aan om jullie huwelijksvermogen te verdelen.
1. Kan een ex-partner de onderhoudsuitkering laten herzien?
Als je voor 1 september 2007 door onderlinge toestemming scheidde kan de onderhoudsuitkering enkel worden herzien in de gevallen die in de echtscheidingsovereenkomst staan. Scheidde je nadien door onderlinge toestemming dan kan de rechtbank de uitkering ook verhogen, verminderen of afschaffen, als het bedrag door nieuwe omstandigheden onafhankelijk van de wil van de partijen, niet meer is aangepast. Die wijzigingsmogelijkheid kan wel uitgesloten worden in de akte echtscheiding door onderlinge toestemming.
Deze wijzigingsmogelijkheid bestaat ook als je scheidde via de rechtbank. Maar bij een scheiding voor de rechtbank eindigt de alimentatie definitief als de partner die de uitkering krijgt opnieuw trouwt of een verklaring van wettelijke samenwoning doet. De rechter kan de onderhoudsverplichting ook beëindigen wanneer de uitkeringsgerechtigde samenleeft met een andere persoon als waren zij gehuwd.
2. Deelt jouw ex mee in je groepsverzekering?
Heel wat mensen (zowel zelfstandigen als werknemers) zijn begunstigde van een groepsverzekering. Ben je gehuwd onder een stelsel van zuivere scheiding van goederen, dan deelt jouw ex-echtgenoot daar in principe niet in mee.
Ben je gehuwd onder het wettelijk stelsel (scheiding van goederen en gemeenschap van aanwinsten), dan zal je het deel van je groepsverzekering dat is opgebouwd tijdens je huwelijk moeten delen met je ex. Het kapitaal van de groepsverzekering wordt gedeeld tot de startdatum van de echtscheidingsprocedure (dat is de datum van de dagvaarding of het verzoekschrift). De intresten die dit kapitaal opbrengt worden gedeeld tot de vereffening-verdeling van de groepsverzekering. Veelal wordt wel geoordeeld dat je ex-echtgenoot pas zijn deel in de groepsverzekering kan opvragen op het moment dat je de leeftijd hebt om de uitkering op te vragen.
3. Moet de partner die woning overkoopt een taks betalen?
Het verdeelrecht is een registratierecht dat verschuldigd is als een onroerend goed, dat aan verschillende mede-eigenaars behoort, wordt verdeeld. De partner die de woning overkoopt moet dan ook een verdeelrecht betalen op de woning waarvan hij/zij nadien (alleen) eigenaar wordt. Het verdeelrecht wordt betaald op de totale actuele waarde van de woning, dus ook op zijn/haar eigen deel. Deze belasting wordt dan ook vaak de ‘miserietaks’ genoemd.
In Brussel en Wallonië bedraagt ze 1%. In Vlaanderen bedraagt ze standaard 2,5%, maar ze wordt verlaagd naar 1% voor ex-echtgenoten en ook voor ex – partners die minstens één jaar wettelijk samenwonen en die de woning verdelen binnen de drie jaar na het einde van hun wettelijke samenwoning. Het verlaagd tarief is niet voorbehouden voor de gezinswoning en kan ook worden toegepast op meer dan één onroerend goed. Bij feitelijke samenwoners waarvan één partner de woning overkoopt is het tarief van het verdeelrecht in Vlaanderen sowieso 2,5%.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier