De staatsbon vervalt: hoe je geld herbeleggen?
Ze waren al bijna vergeten, maar kasbons, termijnrekeningen en obligaties staan weer volop in de belangstelling.
“Dag mevrouw Maes, het is hier uw beleggingsadviseur aan de lijn. Ik hoop dat alles goed gaat met u. Ik neem contact op omdat ik graag zou willen weten wat uw intenties zijn met de staatsbon waarin u belegde, want de vervaldag is op 4 september. Is het de bedoeling om deze belegging te verlengen? Staat u open voor andere investeringsvoorstellen?”
Deze zomer hebben de banken duizenden telefoongesprekken zoals deze met hun klanten gevoerd. Het doel? De miljarden aan spaargeld die burgers belegden in de staatsbon van minister Van Peteghem (2,81% netto), met een looptijd van één jaar en met verminderde roerende voorheffing, vast te houden of terug te winnen. Deze staatsbon vervalt op 4 september. Voor veel mensen was dit hun eerste ervaring met de beleggingswereld. De bedragen die terug vrijkomen zijn kolossaal: bijna 22 miljard euro opgehaald door de staat en nog eens 8 miljard euro van de concurrerende termijnrekeningen van banken. Bijgevolg wordt de datum van 4 september door de banksector nu al beschouwd als ‘de belangrijkste vervaldag in de Belgische financiële sector’. Iedereen wil een stukje van de taart, vooral omdat het Agentschap van de Schuld, het orgaan dat de staatsbons verhandelt, naar schatting ‘maar’ 4 miljard euro hoopt te recupereren van deze geldmassa. Op het moment van dit schrijven werkte het Agentschap aan een systeem om herbeleggen in de nieuwe staatsbon te vergemakkelijken.
Maar zonder die korting op de roerende voorheffing zijn de voorwaarden nu niet meer zo gunstig als vorige zomer. Als deze staatsbon vandaag zou worden uitgegeven met een commissie voor de distributeurs op het maximum van 0,3%, dan zou de nettocoupon ongeveer 2,2% bedragen. Als je dan weet dat het Planbureau een inflatie van 1,7% voorspelt tussen nu en juni 2025, dan houdt de belegger na inflatie een nettorendement van minder dan 0,5% over. Het rendementsprobleem van spaargeld is duidelijk nog niet opgelost.
Het slechtste idee is je geld terug op een spaarrekening zetten.
Kijken naar de fondsenmarkt
Beleggers die hun geld willen herbeleggen, zullen keuzes moeten maken in functie van hun doelstellingen. Zoals Marc Danneels, Chief Investment Officer van Beobank uitlegt, blijft de inflatie in Europa erg hoog en overweegt de Europese Centrale Bank om de rente verder te verlagen. Deze maatregel zal lenen wel goedkoper maken, maar het zal ook zorgen voor een tendens naar lagere rentes op spaarproducten.
Het kan dan verstandig zijn om te profiteren van rentevoeten die nog wel hoog zijn. Er zijn dan twee grote opties: ofwel de hoge rente vastzetten via het systeem van obligaties of de spaarverzekering (tak 21) en er zo lang mogelijk van profiteren, of anticiperen op de daling van de rente en een beroep doen op de markt van de defensieve fondsen, die aan kracht begint te winnen.
Het kan ook de moeite waard zijn om eens naar de aandelenmarkt te kijken, waar een nieuwe periode van goede prestaties zou moeten aanbreken nu de obligaties wat lijken te stagneren. Maar de kopers van de staatsbon zijn spaarders die niet noodzakelijk risico’s willen nemen, zelfs als mogelijk aantrekkelijkere beleggingen op lange termijn worden aangeboden.
Het slechtste idee blijft wel om je geld terug op een spaarrekening te zetten, waarvan de rendementen nog steeds rond de 1% schommelen! De banken bieden daarom verschillende beleggingsproducten aan die makkelijker toegankelijk zijn, zoals de kasbon.
Staar je niet blind op hoeveel instapkosten je moet betalen, maar wel op het uiteindelijke nettorendement.
Kasbon
Soms komen bankproducten waarvan gedacht werd dat ze tot het verleden behoren weer boven water drijven. Bij de beleggingsproducten zien we zo opnieuw die goede oude kasbon opduiken, nu met een roerende voorheffing van 30%. Het is een interessante optie, vergelijkbaar met een staatsbon, onder meer omdat er geen instapkosten zijn.
Als je een kasbon koopt, leen je geld aan je bank voor een bepaalde periode. In ruil daarvoor betaalt de bank je rente en op de vervaldag krijg je het bedrag dat je uitleende terug. Het is een eenvoudig product dat populair is bij spaarders. Maar hoe zit het met het rendement? In april van dit jaar startte Belfius opnieuw met de uitgifte van kasbons met looptijden tussen 1 en 10 jaar. Andere banken hebben dit voorbeeld gevolgd. De brutorente varieert van 3% voor een kasbon van 1 jaar tot 2,30% voor één van 10 jaar, waarop 30% roerende voorheffing moet worden ingehouden. Om een idee te geven van wat dit netto voor je geld betekent: het brutorendement op 1 jaar is 3% (2,1% netto). Over 2 jaar bedraagt het 2,6% (1,82% netto). Over 3 jaar is dat 2,5% (1,75% netto). Voor 4 tot 6 jaar komt het brutorendement uit op 2,4% (1,68% netto). En voor 7 tot 10 jaar is dat 2,3% (1,61% netto).
Termijnrekeningen
Een ander product dat weer in de belangstelling staat, is de termijnrekening. Zoals de naam al aangeeft is dit een rekening waarop je een bedrag stort voor een bepaalde periode. De looptijd varieert van een paar dagen tot 10 jaar, maar meestal gaat het om een looptijd in jaren (1 jaar, 3 jaar, 5 jaar of meer). In tegenstelling tot een spaarrekening kan je hier je geld niet zomaar opnemen wanneer je dat wil. Een ander verschil: de rente op een spaarrekening kan op elk moment worden gewijzigd, maar die van een termijnrekening staat vast en is dus voor de hele looptijd van het contract gegarandeerd. Het geld is pas beschikbaar aan het einde van de gekozen looptijd. Wil je de rekening toch vroegtijdig afsluiten, dan moet je een opzegvergoeding betalen. En in tegenstelling tot de rente op spaarrekeningen, is die op een termijnrekening onderworpen aan 30% roerende voorheffing, zoals bij kasbons. De rente wordt jaarlijks uitgekeerd.
Alle grote banken, zoals ING en KBC, zijn meegegaan in het opbod van termijnrekeningen. Welk rendement levert dat op? Neem bijvoorbeeld Beobank, dat als een van de eersten de rente op zijn termijnrekeningen bekendmaakte, vooral om te concurreren met de staatsbon. De rentevoeten variëren van 2,60% tot 3,37% bruto, afhankelijk van de looptijd en het geïnvesteerde bedrag. Netto betekent dit een rendement tussen 1,82% en 2,35%.
Obligaties
Obligaties zijn ook actueel voor spaarders/beleggers, waarvan sommigen met verrassende looptijden. BNP Paribas Fortis lanceerde een obligatie op 15 maanden met een brutorente van 3,45%: dit betekent 2,11% netto na aftrek van inschrijvingskosten en 30% roerende voorheffing.
Een obligatie is een effect dat een deel van een schuld vertegenwoordigt, in tegenstelling tot aandelen, die een deel van een onderneming vertegenwoordigen. Ze heeft een vaste looptijd en geeft recht op een vaste (soms variabele) rente. Op de vervaldag wordt het startkapitaal terugbetaald.
Maar waarom een obligatie op 15 maanden? Omdat de grootste bank van het land wil vermijden dat ze elk jaar een groot deel van het kapitaal moet herinvesteren, vooral in september, met een stroom aan hernieuwingen als gevolg. Deze uitzonderlijke maatregel is specifiek op dit doel gericht, maar het stelt beleggers wel in staat om de looptijden te diversifiëren en zo niet alles in september te laten samenkomen.
Ons advies
Het kan een goed idee zijn om te profiteren van de diversiteit van de producten die nu worden aangeboden om te herbeleggen met verschillende looptijden, zodat de vervaldata worden gespreid en je op regelmatige basis geld terugkrijgt. Deze strategie vermijdt dat je elk jaar op hetzelfde moment een groot bedrag moet herbeleggen. En staar je ook niet blind op hoeveel instapkosten je moet betalen, maar wel op het uiteindelijke nettorendement. Het is belangrijk om aan te stippen dat hoe langer de looptijd van de obligatie is, hoe hoger de instapkosten zijn.
Laten we een veelzeggend voorbeeld nemen, van een obligatie met een looptijd van 15 maanden. De instapkosten (1,375%) zijn lager dan die van een obligatie over 3 jaar en bij een obligatie over 5 jaar liggen die kosten nog hoger. Je zou kunnen denken dat het nadelig is om hogere instapkosten te betalen voor een obligatie over 5 jaar, maar dit is een misrekening. Want als een belegger kiest voor een obligatie met een looptijd van 15 maanden en die vervolgens moet vervangen, betaalt hij uiteindelijk het dubbele of meer aan instapkosten.
Hoe zit het met verzekeringsproducten?
Afhankelijk van de wensen van de belegger zijn er andere opties beschikbaar. Er zijn ook tak 21-spaarverzekeringsproducten met kapitaalbescherming, een gegarandeerde rentevoet en mogelijke belastingvoordelen.
Nu de staatsbon van Van Peteghem afloopt heeft AG Insurance zijn sterproduct wat betreft pensioensparen weer bovengehaald, de tak 21-spaarverzekering met een gewaarborgde rente van 3,50% bruto voor de eerste twee jaar. Met een pensioenspaarverzekering weet je op voorhand wat het jaarlijkse gewaarborgd minimumrendement is. Daarnaast kan je eventueel een winstdeelname ontvangen, afhankelijk van de financiële resultaten van je verzekeraar. Ook Ethias biedt een spaarverzekering aan met een brutorente tussen 2,90% en 3,20%.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier