Guy Legrand
Een huis kopen alsof het een auto is
Voor de meesten onder ons is het eigen huis zowat het belangrijkste deel van ons vermogen, zo blijkt nog maar eens uit een studie van de Nationale Bank. Niets bijzonders als je weet dat 70% van de Belgen eigenaar is van een woning.
Dat percentage ligt al zeker twee generaties zo hoog, maar het lijkt de voorbije twee tot drie jaar lichtjes teruggelopen. Dat betekent echter geenszins dat we stilaan armer worden. Het bewijs? In het arme Roemenië is meer dan 90% van de bevolking eigenaar van zijn woonst, terwijl dat in het rijke Duitsland maar 50% is. Blijft de vraag of we ons geen zorgen moeten maken als het aantal eigenaars daalt, wetend dat een eigen huis bezitten een belangrijke financiële buffer is voor onze oude dag? Dat is althans het klassieke argument waarmee vastgoed verwerven wordt aangemoedigd. Vandaar ook de overheidssteun via premies en fiscale aftrek.
Deze visie wordt de laatste jaren door verschillende economen in twijfel getrokken, en wel om verschillende redenen. Zo stellen ze vast dat de eigen woning de arbeidsmobiliteit afremt. En wie niet dichter bij het werk gaat wonen, veroorzaakt urenlange files en nog meer vervuiling. Een ander argument? Waarom jonge gezinnen aanzetten om 20 jaar lang een lening af te betalen, als de helft van hen al na gemiddeld 7 jaar uit mekaar gaat? Je stopt dus beter met het subsidiëren van de eerste woning, besluiten critici, want dat zorgt er alleen maar voor dat de prijzen stijgen.
Op het terrein zien we nochtans een evolutie. Vastgoedkenners stellen vast dat jonge gezinnen in de stad minder gehaast zijn om van huren op kopen over te schakelen. Waarom? Omdat ze niet uitsluiten dat hun carrière een radicale wending kan nemen, waarbij ze zelfs een paar jaar in het buitenland gaan werken. Die stijgende vastgoedprijzen en recente strengere leningvoorwaarden liggen dus zeker niet als enige aan de basis van de lichte terugval van de vastgoedmarkt. Deze recente vaststelling staat echter haaks op dat andere fenomeen dat al een tiental jaar aan de gang is: vastgoedkopers vandaag zijn jonger dan vroeger en vormen vaak nog niet eens een gezin. Maar dat is niet erg: wanneer het tijd is voor een huis met tuin, verkopen ze hun appartement wel.
Beide tendenzen lijken op het eerste gezicht tegenstrijdig maar getuigen van eenzelfde gewijzigde visie. Met name dat een woning iets weg heeft van een auto: je kan er een huren, je kan er een kopen... en weer van gedacht veranderen. Die baksteen in de maag is niet langer synoniem voor de gezinswoning van onze dromen voor de rest van ons leven. De mentaliteitswijziging mag dan al minder opvallend zijn dan de omwenteling die sociale media en online shoppen teweegbrengen, ze is minstens even belangrijk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier