Financieel misbruik van ouderen
Een oudere persoon die slachtoffer is van geweld, het gebeurt vaker dan we (willen) weten. Ook financieel misbruik komt veel voor bij die leeftijdscategorie.
Een 88-jarige man die al 15 jaar geholpen werd door een huishoudhulp werd voor tientallen duizenden euro’s bestolen. De vertrouwenspersoon had toegang tot de bankrekeningen van haar klant om de boodschappen te doen. En daar heeft ze misbruik van gemaakt. De kinderen van het slachtoffer kwamen er te laat achter. De rechtbank heeft de huishoudhulp wel veroordeeld, maar al het geld was reeds verbrast. De gerechtelijke kronieken staan vol met gelijkaardige zaken. Het gaat om financieel misbruik, een vorm van mis(be)handeling van kwetsbare personen.
Onder de radar
In ons land zijn er geen recente cijfers over het aantal gevallen van ouderenmisbehandeling. “Het laatste wetenschappelijk onderzoek daarover dateert van 2010”, vertelt Lily De Clercq, stafmedewerker van het Vlaams Ondersteuningscentrum Ouderenmis(be)- handeling (VLOCO). “Om een idee te geven: vorig jaar noteerden wij 268 casussen. Ik moet er wel bij zeggen dat wij enkel een ondersteuningscentrum zijn voor professionals zoals gezinshulpen of huisartsen, niet voor particulieren. Natuurlijk worden niet alle gevallen gemeld. In werkelijkheid blijft er veel onder de radar. Wij zijn als centrum opgericht in 2002, nadat de Wereldgezondheidsorganisatie de problematiek in de kijker bracht. Intussen weten we uit internationaal onderzoek dat een op zes 60-plussers ermee te maken krijgt.”
Slechts de helft van de mensen die te maken krijgt met financieel misbruik spreekt erover.
Niet altijd een bewuste daad
VLOCO hanteert volgende definitie van ouderenmis(be)handeling: het handelen (of nalaten) van al wie in een persoonlijke en/of professionele relatie met de oudere persoon staat, waardoor die persoon (herhaaldelijk) lichamelijke en/of psychische schade lijdt (of vermoedelijk zal lijden) en waarbij van de kant van de oudere persoon sprake is van een vorm van gedeeltelijke of volledige afhankelijkheid.
Het VLOCO zet de ‘be’ in mis(be)handeling bewust tussen haakjes. “Het is belangrijk om mee te geven dat niet elke vorm van geweld een bewuste daad is”, verklaart De Clercq. “Verkeerde medicatie toedienen is bijvoorbeeld niet altijd een bewuste daad. We noemen dat ‘ontspoorde zorg’. Maar het kan natuurlijk ook bewust zijn. Zeker bij financieel misbruik gaan we er van uit dat er opzet in het spel is. Dat kan gaan over kleine dingen, zoals wisselgeld niet teruggeven, tot geld overschrijven op de eigen rekening, of druk uitoefenen om jezelf te laten opnemen in een testament of een schenking te laten doen. Bankpersoneel zegt dan wel regelmatig dat je je pincodes niet mag doorgeven, maar in de praktijk gebeurt dat natuurlijk veelvuldig.”
Waar kan je terecht?
• Voor Vlaanderen: VLOCO – Vlaams Ondersteuningscentrum Ouderenmis(be)handeling, voor professionals , ouderenmisbehandeling.be, 078 15 15 70.
Hulplijn 1712 voor particulieren
• Voor Brussel: Brussels Meldpunt Ouderenmis(be)handeling, Home-Info, 02 511 91 20.
• Voor Wallonië: Respect Seniors , 0800 30 330.
Afhankelijkheid
“Er is ook altijd een vertrouwensrelatie en de persoon is in zekere zin afhankelijk of denkt dat te zijn”, gaat Lily De Clercq verder. “Zo was er een dame van 96 jaar wiens kapster aan huis kwam en warme maaltijden meebracht, die de dame kon opwarmen. Een gezinshulp stelde vast dat de kapster zo’n 50 euro per maaltijd rekende. De dame was wat verward over Belgische frank en euro’s en had daarom niet door dat de kapster wel stevig doorrekende. Bovendien wou ze ook niet graag de aangename babbels op het spel zetten. Uit onderzoek weten we dat slechts de helft van de mensen die hiermee te maken krijgt erover spreekt. Uit angst voor represailles, maar zeker ook uit loyaliteit.”
Ter sprake brengen
De gezinshulp uit bovenstaand verhaal nam contact op met het VLOCO. De Clercq: “Professionals zoals gezinshulpen kunnen contact met ons opnemen. Maar wij zijn geen juridische instantie die klachten registreert of behandelt, al noteren we wel de melding. Wat we doen, is samen kijken hoe het probleem kan aangepakt worden. Een gezinshulp die merkt dat iemand de persoon geld afhandig maakt, vraagt ons wel eens: kan ik daarover beginnen? Hoe dan? Wij raden aan om het inderdaad ter sprake te brengen vanuit wat je gezien en/of gehoord hebt. Maar ook om omzichtig te werk te gaan en te beseffen dat de oudere persoon een ‘verkeerde’ beslissing mag nemen. Als de persoon er zelf bewust voor kiest om degene die (waarschijnlijk) financieel misbruik pleegt niet te confronteren, dan is dat zijn of haar beslissing. Sommigen zijn soms écht bang om de contacten met de steunfiguur te verliezen en zijn niet bereid dit op te geven door de volmacht in te trekken of de bankkaart terug te vragen.’
Wat kan je wél doen?
“In zulke situaties is het belangrijk om er te zijn en te blijven informeren over de situatie. En verder is het natuurlijk niet de bedoeling dat het gevoel van onveiligheid groter wordt. Merk je dat iemand bang is, en degene die hem (mogelijk) misbruikt niet wil confronteren, dring dan ook niet aan.” Als het moeilijk is om als professional een probleem van financieel misbruik ter sprake te brengen, dan is dat zeker ook zo voor de oudere persoon zelf, een familielid, buur of vriend. Maar ook voor hen is er gelukkig hulp. Zij kunnen contact opnemen met verschillende hulplijnen (zie kader). Daar zullen professionele medewerkers naar de beller luisteren (of je kan ook mailen) en informatie en advies geven. Ze schatten samen met de beller de risico’s in en bespreken de stappen die je kan zetten. ●
Wie mag er niet in je testament?
De wet beschermt voor een stuk tegen financieel misbruik. Artsen en apothekers die een persoon hebben behandeld tijdens zijn laatste ziekte, mogen niet aangeduid worden als begunstigden in een testament dat in deze periode werd opgesteld en zij mogen ook geen schenking krijgen. Hetzelfde geldt voor het personeel van het woonzorgcentrum waar iemand verbleef. Volgens de wet geldt het verbod enkel voor mensen die een bepaalde ‘zorg’ verstrekken aan de persoon tijdens zijn ziekte. Vanaf dat de patiënt afhankelijk is van de ‘zorg’ en er een machtspositie speelt, geldt het verbod. De poetshulp die niet met ‘zorg’ te maken heeft, valt buiten het verbod. Bewindvoerders die door de rechtbank aangesteld worden mogen geen giften of legaten ontvangen, tenzij het een naast familielid is. Voor niet-professionele bewindvoerders die geen familie zijn, maar bijvoorbeeld wel een dichte vriend geldt geen absoluut verbod.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier