Halftijds brugpensioen
Halftijds brugpensioen is een mogelijkheid voor een zachte overgang naar een volledig pensioen. Het Generatiepact heeft dit systeem ongemoeid gelaten.
Inhoud:
Het halftijds brugpensioen is een regeling waarbij oudere werknemers de mogelijkheid geboden wordt met de werkgever een akkoord te bereiken om de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking te herleiden. Let wel, voor werknemers tussen 55 jaar (de minimumleeftijd voor halftijds brugpensioen) en 58 jaar kan dit enkel als de sector of het bedrijf een cao over halftijds brugpensioen gesloten heeft.
Is dat niet het geval, dan kan de werkgever niet zomaar een individueel akkoord over halftijds brugpensioen toestaan. Vraag dus bij uw personeelsdienst of er in uw bedrijf of sector zo’n cao bestaat. Tot en met 31 december 2008 kunnen werknemers vanaf 58 jaar wél een individueel akkoord sluiten met hun werkgever als er in hun bedrijf of sector geen cao over halftijds brugpensioen bestaat.
LET OP! In tegenstelling tot het voltijds brugpensioen moet de werkgever niet eerst de werknemer ontslaan voor een overeenkomst kan uitgewerkt worden, deze overeenkomst moet vóór de vermindering van prestaties afgesloten worden. Vaak gaat het halftijds brugpensioen het voltijds brugpensioen vooraf.
WEETJE Net zoals het voltijds eindigt ook het halftijds brugpensioen op 65 jaar. Maar halftijds bruggepensioneerden kunnen vanaf 60 jaar met vervroegd pensioen.
PAGEBREAK
PAGEBREAK
Werkloosheidsuitkering + vergoeding
Naast zijn loon voor de halftijdse betrekking, krijgt de werknemer een werkloosheidsuitkering en een aanvullende vergoeding van de werkgever. In tegenstelling tot de werkloosheidsuitkering bij voltijds brugpensioen bedraagt de uitkering bij halftijds brugpensioen geen percentage van het loon, maar wel een forfait. Momenteel bedraagt de uitkering euro 13,56 per dag, wat gemiddeld neerkomt op euro 351 per maand.
LET OP! Wie geen recht heeft op werkloosheidsuitkeringen (omdat hij bijvoorbeeld niet lang genoeg gewerkt heeft), kan ook geen aanvullende vergoeding krijgen.
Verder moeten volgende voorwaarden voldaan zijn om recht te hebben op de aanvullende vergoeding van de werkgever:
- de werknemer moet gedurende minstens 12 maanden voltijds tewerkgesteld zijn in hetzelfde bedrijf. Dit impliceert dat wie al halftijds werkt dus geen statuut van halftijds bruggepensioneerde kan aanvragen
- de werknemer moet met de werkgever een akkoord hebben ondertekend om zijn werkprestaties tot een halftijdse dienstbetrekking te herleiden
- er moet een sector- of ondernemings-cao bestaan die aan de oudere werknemers die hun prestaties verminderen een recht toekent op een aanvullende vergoeding. De geldigheidsduur van deze cao mag niet langer zijn dan die van de cao die in een voltijds brugpensioen voorziet. Als er geen sector- of ondernemings-cao bestaat over het voltijds brugpensioen, dan mag de geldigheidsduur van de cao over het halftijds brugpensioen niet meer bedragen dan 3 jaar.
Minimumleeftijd
De minimumleeftijd voor halftijds brugpensioen is in principe 55 jaar. Dit is de leeftijdsgrens vermeld in CAO nr. 55, die het halftijds brugpensioen regelt. In deze cao staat ook een ingewikkelde regeling die afwijkt van het principe van de leeftijdsgrens van 55 jaar (en rekening houdt met de leeftijdsgrens, vermeld in cao’s voor voltijds brugpensioen). Deze ingewikkelde regel wordt echter al jaren buitenspel gezet door de wetgever. Tot 31 december 2008 geldt de regeling van CAO nr 55 zeker niet en onthouden we volgende principes:
- halftijds brugpensioen is mogelijk vanaf 55 jaar als dit zo voorzien is in een sector- of ondernemings-cao.
- is er geen sector of ondernemings- cao, dan is halftijds brugpensioen mogelijk vanaf de leeftijd van 58 jaar, mits daarover een akkoord bestaat tussen de werkgever en de werknemer.
PAGEBREAK
PAGEBREAK
Anciënniteit
De werknemer die halftijds met brugpensioen wil gaan, moet een loopbaan van minstens 25 jaar hebben. Dat aantal moet bereikt zijn op het ogenblik dat de werknemer zijn prestaties vermindert.
Formaliteiten
De werkgever moet de werknemer een formulier C4-Halftijds brugpensioen en het attest C17 (attest waarop het bedrag van de aanvullende vergoeding is vermeld) bezorgen. De halftijds bruggepensioneerde dient deze documenten in bij zijn uitbetalingsinstelling (vakbond of Hulpkas), waar hij een contro-lekaart C3-Halftijds brugpensioen krijgt, die hij ingevuld moet terugbezorgen op het einde van elke maand. Wie halftijds met brugpensioen is, wordt vrijgesteld van de inschrijving als werkzoekende en van de verplichting beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt.
In geval van arbeidsongeschiktheid behoudt de werknemer met halftijds brugpensioen de werkloosheidsuitkering en de aanvullende vergoeding tijdens de periode van gewaarborgd loon (de eerste maand van de arbeidsongeschiktheid). Daarna valt hij terug op uitkeringen van het ziekenfonds.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier