Is een jobstudent nog fiscaal ten laste?

De zomer is de tijd bij uitstek van de studentenjobs. Voor de jongere levert ze een welkom extraatje op. Maar hoe zit het voor de ouders? Onder welke voorwaarden blijft hun zoon of dochter fiscaal ten laste?

Wanneer jongeren werken met een studentenovereenkomst en hun quotum van 600 uur voor het kalenderjaar 2024 niet overschrijden, moeten ze geen RSZ-bijdragen betalen. Er zal enkel een solidariteitsbijdrage van 8,13% verschuldigd zijn, waarvan 5,42% ten laste van de werkgever. En net als alle belastingplichtigen genieten studenten een belastingvrij deel van het inkomen. Dit betekent dat een deel van het belastbaar inkomen niet belast wordt. Voor de inkomsten van 2024 bedraagt dit belastingvrije deel van de inkomsten 10.570 euro netto. Onder dit bedrag is in principe geen belasting verschuldigd.

Maar hoe zit het met de belastingen van de ouders? Is jouw kind nog te laste als het zelf inkomsten heeft? Om als ten laste te worden beschouwd, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan:

• Om te beginnen moet je zoon of dochter deel uitmaken van je huishouden op 1 januari van het jaar volgend op het jaar van het inkomen. Voor de inkomsten van 2024 is dat dus op 1 januari 2025. Ook als de student op kot zit wordt hij beschouwd als deel uitmakend van het huishouden van de ouders.
• Het loon dat jouw zoon of dochter verdient mag voor jou geen beroepskostenpost zijn. Denken we aan de zoon jongere die in de bakkerij van zijn ouders werkt. Het loon dat hij verdient is een beroepskostenpost voor zijn ouders. Hij kan dan niet langer als ten laste worden beschouwd.
• De netto bestaansmiddelen van je student mogen niet hoger liggen dan een bepaald bedrag. Dat bedrag verschilt in principe naargelang je fiscaal gezien alleen of samen met je echtgenoot of wettelijk samenwonende partner wordt belast. Maar voor de aanslagjaren 2024 en 2025 wordt daarvan afgeweken en wordt voor alle kinderen de hoogste grens toegepast. Voor de inkomsten van 2024 (aanslagjaar 2025) is de grens 7.290 euro. Hoe bepaal je de netto bestaansmiddelen van je student? Van de bruto bezoldiging mag een bedrag afgetrokken worden dat niet als bestaansmiddel wordt beschouwd. Voor inkomsten 2024 is dat 3.310 euro. Dan mogen er ook nog eens kosten worden afgetrokken. Ofwel trek je werkelijke kosten af, ofwel een forfait van 20% of minimum 550 euro. Blijven de netto bestaansmiddelen voor inkomsten 2024 onder de 7.290 euro, dan is je student nog fiscaal ten laste.

Bron: Partena Professional, FOD Financiën