Is een regenwatertank verplicht?
In Vlaanderen worden de regels strenger. En hoe zit het in Wallonië en Brussel? Loont het trouwens de moeite om regenwater op te vangen?
In Vlaanderen moeten nieuwe of grondig verbouwde woningen vanaf 2 oktober 2023 grotere regenwatertanks hebben. 5.000 liter is op dit moment het verplichte minimum voor een eengezinswoning met een oppervlakte groter dan 40 m². Daar komt nu verandering in. 5.000 liter blijft het minimum. Is je dakoppervlakte echter groter dan 80m² dan moet je regenwaterput minstens 7.500 liter groot zijn. Wanneer je dak meer dan 120m² beslaat, dan is een put van 10.000 liter verplicht. Dat water moet dan weer verplicht gebruikt worden voor het doorspoelen van het toilet, als poetswater of voor de wasmachine.
Het idee is om Vlaanderen beter te wapenen tegen droogte. Indien de regenwaterput overloopt, dan moet het water via een infiltratiesysteem in de grond kunnen doordringen, in plaats van weg te stromen via het riool.
“Elke druppel telt”, klinkt het. “Daarom scherpen we de hemelwaterverordening aan: regenwater opvangen en hergebruiken wordt de regel, net als meer ruimte om water in de bodem te laten sijpelen. Regenwater afvoeren wordt de uitzondering”, aldus Vlaams minister van Omgeving Demir.
Sommige gemeenten in Vlaanderen geven een subsidie voor een regenwaterinstallatie. Meer daarover vind je hier.
In Wallonië en Brussel
In het Brussels Gewest zijn regenwatertanks ook verplicht bij elke nieuwbouw of verbouwing. Een gewestelijk stedenbouwkundig reglement legt een minimale afmeting van de regenwatertank op van 33 liter per m² dakoppervlak in horizontale projectie. Het belangrijkste doel is om overbelasting van het rioleringsnetwerk te voorkomen.
In Wallonië daarentegen beslissen de lokale autoriteiten over deze materie. Een regenwatertank is daardoor slechts in bepaalde gemeenten verplicht. Ongeveer een op de vijf gemeenten eist dit.
Ook in het Brussels Gewest en Wallonië zijn er gemeenten die een subsidie voorzien voor de installatie van een regenwaterput. Meer informatie vind je hier (Franstalig).
Een verplichting met een prijskaartje
In het aprilnummer van Plus Magazine van vorig jaar berekenden we de kostprijs van een regenwatertank en de terugverdientijd. We hernemen hier enkel de financiële aspecten, het artikel besprak toen ook de voordelen voor het milieu.
De berekening is gebaseerd op een klassieke betonnen regenwaterput van 5.000 liter, vaak aanbevolen omdat deze de natuurlijke zuurtegraad van regenwater neutraliseert. Deze tank zal moeten worden vervoerd en er zullen grondwerken moeten worden uitgevoerd. De installatie zelf omvat loodgieterswerk, een filtersysteem, gescheiden regenwater- en stadswaterleidingen, een gescheiden afvoer, enz. En vergeet ook niet dat er elektriciteit nodig is om de pomp te laten werken..
De installatiekosten variëren sterk, tussen 5.000 en 9.000 euro. Tal van criteria bepalen de prijs: de toegankelijkheid van de locatie, of je zelf de handen uit de mouwen kan steken, de kwaliteit van de apparatuur, het btw-tarief, enz.
En dan zijn er nog de onderhoudskosten
De filters moeten geregeld worden gereinigd of om het jaar vervangen (ongeveer 40 euro). En de tank moet om de tien jaar worden schoongemaakt om slib dat zich op de bodem afzet te verwijderen (ongeveer 200 euro).
De terugverdientijd
Als gezin van vier bespaar je met een regenwaterput ongeveer 600 euro per jaar op water. (Let op: de berekening dateert uit 2021/2022. Het moet naar boven worden bijgesteld. Zo betalen de Brusselaars dit jaar 14,5% meer voor water). De terugverdientijd bedraagt zo’n 10 jaar, afhankelijk van de installatie- en onderhoudskosten. Maar deze berekening houdt geen rekening met de elektriciteit om de pomp te laten draaien.
Voordeel is dan weer dat regenwater geen kalk bevat, waardoor apparaten die zijn uitgerust met een verwarmingselement, zoals wasmachines, langer meegaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier