© Getty Images/iStockphoto

Op voorschot van erfenis of buiten deel

Bij schenkingen hoor je wel eens de termen ‘op voorschot van erfenis’ en ‘buiten deel’ vallen. Wat betekenen deze begrippen?

Als jij schenkt ‘op voorschot van erfenis’, dan betekent dit dat jij wil dat elk van jouw kinderen evenveel krijgt. De wet gaat er trouwens van uit dat je dit zo wil. Gaf jij tijdens je leven al 30.000 euro aan jouw zoon en niets aan jouw dochter, dan zal jouw dochter 30.000 euro meer erven dan haar broer. Er wordt dus verrekend en de situatie wordt ‘rechtgetrokken’ bij jouw overlijden. Maar het kan ook zijn dat jij wenst dat jouw zoon meer krijgt dan je dochter. Dan moet je de schenking uitdrukkelijk ‘buiten erfdeel’ doen. Je zet dat zo in de schenkingsakte. Je mag je zoon meer geven dan je dochter, zolang jouw dochter maar haar reserve krijgt (het deel waarop zij als jouw kind sowieso recht heeft). Is dat niet het geval, dan kan het zijn dat jouw zoon een stukje moet teruggeven aan zijn zus. Dit wordt ‘inkorting’ genoemd.

Een voorbeeld. Je nalatenschap bedraagt 100.000 euro: 70.000 euro die er vandaag is + de oude schenking aan je zoon van 30.000 euro, waarop geen erfbelasting meer moet worden betaald, maar die wel wordt meegeteld om te bepalen hoe groot jouw nalatenschap is. De reserve van je kinderen bedraagt voor elk 25.000 euro (het beschikbaar deel waarmee jij doet wat je wil is altijd de helft van de nalatenschap, in dit geval 50.000 euro. Er blijft dan 50.000 euro over, waar je zoon en dochter elk sowieso de helft van krijgen, dus 25.000 euro).

Gebeurde de schenking aan je zoon op voorschot van erfenis, dan krijgt hij bij jouw overlijden nog 20.000 euro en je dochter krijgt 50.000 euro. Het ‘evenwicht’ is dan terug hersteld, want ze krijgen uiteindelijk elk exact evenveel: 50.000 euro.

Deed jij de schenking aan je zoon buiten deel, dan zal je dochter niet evenveel krijgen als haar broer. Jouw zoon krijgt de helft van wat er overblijft. Dus 35.000 euro. Samen met de oude schenking is dit 65.000 euro. Jouw dochter krijgt 35.000 euro. Je zoon moet geen stuk aan je dochter teruggeven, want zij krijgt meer dan haar reserve van 25.000 euro.

Inkorting moet je vragen!

Stel dat je dochter toch minder had gekregen dan haar reservatair deel (25.000 euro in dit voorbeeld), dan kan ze een stuk terugvragen aan haar broer. Dit gebeurt niet vanzelf. Inkorting is een recht, en geen plicht. De erfgenaam die benadeeld is, vraagt de inkorting in der minne of voor de rechtbank. En het is ook een individuele keuze. Stel dat je één van je drie kinderen bevoordeelt, om welke reden dan ook, en dat je daarbij de reserve van je twee andere kinderen overschrijdt. Dan is het best mogelijk dat de ene inkorting vraagt en de andere niet. Inkorting kan ook pas gevraagd worden na het overlijden van de schenker.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content