Uitzendwerk, een stevige troef voor 50-plussers
Het aantal vijftigplussers dat uitzendwerk doet, groeit. Het is een manier om terug aan de slag te raken na een ontslag. Maar ook om flexibeler te werken. Of om een centje bij te verdienen.
In 2022 waren er een kleine 500.000 uitzendkrachten aan de slag in ons land, studenten niet mee-gerekend. Uitzendwerk is vandaag meer dan ooit een goeie uitweg voor wie niet zo snel vast werk vindt. Maar evengoed voor wie flexibeler wil werken dan nine-to-five, vijf dagen op vijf en met vier tot vijf weken jaarlijkse vakantie.
Flexibeler werken is niet enkel een verzuchting van jonge mensen die werk graag afwisselen met een lange reis, of die ervaring willen opdoen in verschillende sectoren. Het aandeel 50-plussers onder de uitzendkrachten groeit jaar na jaar. Omdat ze flexibeler willen werken, omdat ze hun job kwijt zijn en moeilijk opnieuw aan de slag kunnen raken of omdat ze een centje willen bijverdienen. En bij die laatste groep vinden we ook uitzendkrachten die al met pensioen zijn. In tien vragen en antwoorden vertellen we je alles over je sociale rechten als je werkt via een uitzendkantoor.
1. Wie is mijn werkgever?
Op juridisch vlak kan je bij uitzendwerk van een driehoeksverhouding spreken. Je voert als uitzendkracht je opdracht uit in een bedrijf, maar je eigenlijke werkgever is het uitzendkantoor. Terwijl het uitzendkantoor de uitoefening van het werkgeversgezag – zonder gezag geen arbeidsovereenkomst -, overlaat aan het bedrijf, de gebruiker genoemd. Het bedrijf waar je werkt staat in voor de toepassing van de regels over de arbeidsduur en de arbeidsveiligheid, zoals die gelden op de plek waar je werkt. Wordt er in het bedrijf bijvoorbeeld 40 uur per week gewerkt, met een betaalde inhaalrustdag per maand, dan heb jij daar ook recht op. Kan jij die inhaalrustdag niet opnemen omdat jouw opdracht te kort is, dan wordt die dag uitbetaald.
Je kan ook uitzendwerk doen als je al met pensioen bent, maar je bouwt geen extra pensioenrechten op.
2. Krijg ik een arbeidsovereenkomst? En kan ik ook anciënniteit opbouwen?
Je sluit een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid met het uitzendkantoor, niet met het bedrijf waar je de opdracht uitvoert. Bij het uitzendbureau kan je anciënniteit opbouwen. Je behoudt die anciënniteit als jouw arbeidsovereenkomst geschorst is en je intussen niet bij een andere werkgever tewerkgesteld bent, maar ook als er maar één week of minder ligt tussen twee uitzendopdrachten. Dan wordt jouw anciënniteit samengeteld. Anders dan bij een gewone arbeidsovereenkomst, kan je bij uitzendwerk wel verschillende contracten na mekaar hebben, zonder dat jouw arbeidsovereenkomst dan een contract voor onbepaalde duur wordt. Er is wel een regeling voor opeenvolgende dagcontracten voor uitzendwerk, als de nood aan flexibiliteit bewezen kan worden.
3. Krijg ik hetzelfde loon als vaste werknemers in het bedrijf waar ik werk?
Jouw loon als uitzendkracht mag niet lager zijn dan het loon waarop je recht zou hebben als je onder dezelfde voorwaarden als vaste werknemer door het bedrijf in dienst was genomen. En dat loon moet je in ruime zin opvatten. Het omvat alle loonvoordelen waarop ook vaste werknemers in de onderneming van de gebruiker recht hebben. Krijgen vaste werknemers bijvoorbeeld maaltijdcheques voor de gewerkte dagen, dan moet jij die ook krijgen.
Toch lijkt het dat een uitzendkracht meer nettoloon heeft. Dat heeft alles te maken met het vakantiegeld. Uitzendkracht-bedienden krijgen hun enkel en dubbel vakantiegeld bovenop hun basissalaris, terwijl vaste bedienden hun dubbel vakantiegeld op een ander moment uitbetaald krijgen. Hierdoor lijkt het alsof jouw loon als uitzendkracht hoger ligt, maar dat is dus niet zo.
4. Wordt er ook bedrijfsvoorheffing afgehouden?
Bij vaste werknemers wordt er ongeveer 30% bedrijfsvoorheffing afgehouden, afhankelijk van de gezinssituatie. Bij uitzendkrachten wordt een wettelijk minimum van 11,11% ingehouden. Om te vermijden dat je het jaar daarop te veel belastingen moet bijbetalen, kan je aan het uitzendkantoor vragen om meer bedrijfsvoorheffing af te houden van jouw belastbaar loon (bruto min RSZ). Want op het einde van de rit betaal jij evenveel belastingen op je loon als een vaste medewerker.
5. Krijg ik ook een eindejaarspremie als ik maar enkele maanden in een bedrijf heb gewerkt?
Over de eindejaarspremie bij uitzendwerk werd in 2016 een CAO gesloten. Sindsdien krijgen uitzendkrachten een eindejaarpremie via een Sociaal Fonds. Er wordt niet gekeken hoeveel maanden jij bij een bepaalde gebruiker hebt gewerkt, maar wel naar het aantal dagen of uren dat je in een referteperiode (1 juli van het vorige jaar tot 30 juni van het huidige jaar) uitzendwerk hebt verricht. Zo moet je in het stelsel van de vijfdagenweek minstens 65 dagen (78 dagen in de zesdagenweek) als uitzendkracht hebben gewerkt, ofwel 494 uren. Van die 65 dagen mag je vijf dagen technisch/economisch/crisis werkloos geweest zijn als uitzendkracht. Voldoe je hieraan, dan bedraagt jouw eindejaarspremie 8,33% van het brutoloon dat je in de referteperiode als uitzendkracht verdiende. Je moet jouw eindejaarspremie als uitzendkracht wel zelf aanvragen via het premiedocument dat je in december ontvangt.
6. Wat als ik ziek ben? Is er een gewaarborgd loon? Ziekteverzekering?
Om recht te hebben op een gewaarborgd loon bij ziekte moet je een maand anciënniteit hebben bij hetzelfde uitzendkantoor. En je moet nog een lopend ondertekend contract hebben voor de periode van je ziekte. Is dat niet het geval, dan heb je recht op een ziekte-uitkering. Ben je langer dan één maand ziek, dan kan je een vergoeding van het Sociaal Fonds voor de Uitzendkrachten krijgen.
7. Als er een feestdag in mijn werkperiode valt, wordt die dan betaald?
Je hebt recht op het loon voor de feestdagen die tijdens de duur van je arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid vallen (ongeacht je anciënniteit). Je hebt echter geen recht op loon voor een feestdag, wanneer je zonder rechtvaardiging afwezig bent geweest op de gewone arbeidsdag die aan de feestdag voorafgaat of erop volgt.
Je hebt ook recht op het loon voor de feestdagen die vallen in een periode van onderbreking tussen twee uitzendopdrachten, op voorwaarde dat die opdrachten bij dezelfde gebruiker worden gepresteerd en dat die twee opdrachten enkel worden onderbroken door de feestdag zelf, eventueel in combinatie met de dagen waarop in de onderneming van de gebruiker gewoonlijk niet wordt gewerkt.
Het kan ook zijn dat je betaald wordt voor feestdagen die na het einde van je contract vallen. Werkte je minder dan 15 dagen, dan heb je er geen recht op. Werkte je tussen 15 dagen en een maand, dan krijg je het loon voor één feestdag die valt in een periode van 14 dagen na het einde van de overeenkomst. Werkte je meer dan één maand, dan worden alle feestdagen betaald die vallen in een periode van 30 dagen na het einde van de overeenkomst.
Arbeidsmarktinstrument
Uitzendwerk heeft een lange weg afgelegd. Overgewaaid uit de VS, kreeg het bij ons voet aan grond halfweg de jaren 50, met een eerste toename na Expo 58. Toen was het nog een obscure dienstverlening in de marge van de arbeidsmarkt, nu kunnen veel werkgevers niet meer zonder. Arbeidsmarktexpert Jan Denys schreef er een boek over (Uitzendwerk. 360° Handboek, LannooCampus), waarin hij 50 jaar uitzendwerk bundelt en stilstaat bij een aantal mijlpalen en de rol ervan vandaag. Op partena.professional.be vind je die mijlpalen toegelicht.
Pas in 1976 werden uitzendkrachten volwaardige werknemers en genoten ze bescherming. Omdat bedrijven tijdens de economisch moeilijke jaren 70 en 80 beseften dat ze sneller moesten inspelen op veranderingen, deed het begrip flexibiliteit zijn intrede en daar paste uitzendwerk goed bij. Vanaf 2000 ontdekte de overheid uitzendarbeid als arbeidsmarktinstrument. Zo werd de sector ingeschakeld bij de lancering van de dienstencheques. In 2013 werd de rekruteringsfunctie van uitzendwerk erkend. Tijdens corona kreeg de sector stevige klappen, maar herstelde snel. In onzekere tijden zoals vandaag blijven bedrijven een beroep doen op uitzendkrachten omwille van de flexibiliteit.
8. Telt uitzendwerk mee voor mijn pensioen?
Je werkt met een arbeidsovereenkomst, en van jouw loon worden socialezekerheidsbijdragen afgehouden. Je bouwt zo een pensioen als werknemer op. Je kan ook uitzendwerk doen als je al met pensioen bent. Let wel, jouw bijverdienste als gepensioneerde uitzendkracht levert dan geen extra pensioenrechten op, ook al betaal je bijdragen. En ben je jonger dan 65 jaar of heb je geen 45 jaar gewerkt als je met pensioen ging, dan moet je ook de bijverdiengrenzen van de Federale Pen-sioendienst in het oog houden.
9. Bestaat er een aanvullend pensioen voor uitzendkrachten?
Werk je als uitzendkracht in een sector die een aanvullend pensioen toekent aan de vaste werknemers, dan heb jij daar als uitzendkracht ook recht op. Voor uitzendkrachten wordt niet gestort in dit sectoraal fonds, maar zij krijgen een pensioenpremie die gelijk is aan de pensioenbijdrage die de werkgever betaalt voor de vaste werknemers. De premie wordt toegekend per loonafrekening en wordt afzonderlijk vermeld op je loonfiche.
10. Wat gebeurt er na een uitzendjob? Heb ik dan altijd recht op een werkloosheidsuitkering?
Als je aan de voorwaarden voldoet om een werkloosheidsuitkering te krijgen, zal je inderdaad een uitkering krijgen als jouw uitzendjob erop zit en je niet meteen een nieuw aanbod hebt. Je moet je dan binnen de acht dagen melden bij de VDAB. Op www.vdab.be/stappenplan-na-tijdelijk-werk vind je wat je moet doen na een periode van tijdelijk werk.
Krapte op arbeidsmarkt creëert kansen
Leeftijd is nog altijd de belangrijkste reden van discriminatie op de arbeidsmarkt. Kan uitzendwerk een springplank zijn naar vast werk?
Paul Verschueren, directeur research en economic affairs bij de sectorfederatie Federgon: “Absoluut, al hangen de motieven om uitzendwerk te doen heel erg af van de persoonlijke situatie van wie bij onze uitzendkantoren aanklopt. Uitzendwerk is een goede piste voor wie vast werk zoekt. Of voor wie nog een centje wil bijverdienen. Dat kan zowel iemand zijn die nog werkt, als iemand die al met pensioen is. Al is bijverdienen vaak ook ingegeven door een ander motief dan het financiële. Heel wat 55-plussers willen iets anders doen. Ze willen rustiger werken, waarbij ze hun werk kunnen afwisselen met periodes waarin ze vrij zijn. Werken zorgt voor sociaal contact én een zinvolle invulling. Vaak zoeken ze op het einde van hun loopbaan iets wat meer sociaal gericht is.”
Kan je via een uitzendkantoor een flexi-job doen?
“Dat kan zeker. Wij merken een grote vraag naar dit soort jobs. Algemeen voel je een tendens naar flexibeler werken, bij jong en minder jong. Het voordeel van via een uitzendkantoor op zoek te gaan, is het grote netwerk van agentschappen. Het is soms letterlijk maar een kleine stap om je in te schrijven. Dat kan ook online. En eens je in het circuit beland bent, zijn er twee grote voordelen: je geniet als uitzendkracht van een sociale bescherming op het vlak van loon, pensioen, gewaarborgd loon. En je kan je al meteen beschikbaar stellen voor een volgende opdracht. Ze kennen jou.”
Hoe verhoudt uitzendwerk zich tot de krappe arbeidsmarkt vandaag?
“De sector heeft klappen gekregen tijdens de coronaperiode. Maar we hebben ons snel hersteld. Door de krapte op de arbeidsmarkt zijn er veel openstaande vacatures, en dus soms weinig kandidaten. Maar dit heeft ook een goede keerzijde: het creëert kansen voor wie vroeger uit de boot viel. En daar varen de diversiteit en inclusie wel bij.”
Zo zijn we opnieuw bij de leeftijdsdiscriminatie aanbeland, die zich helaas nog altijd voordoet.
“De laatste 10 tot 15 jaar groeit het aandeel vijtig-plussers die uitzendwerk doen. Vandaag vertegenwoordigen zij in Vlaanderen 15,6% van alle uitzendkrachten (zonder de studenten), 10,4% in Brussel en 11,2% in Wallonië.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier