
Vervroegd met pensioen gaan wordt moeilijker
De wettelijke pensioenleeftijd is sinds dit jaar 66 jaar. Toch kunnen nog heel wat werknemers vroeger met pensioen. Dat zal in de toekomst iets moeilijker worden.
Om vervroegd met pensioen te kunnen gaan (voor de wettelijke pensioenleeftijd die vandaag 66 jaar is), moet je aan leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voldoen. Vandaag kan je bijvoorbeeld met vervroegd pensioen op 63/64/65 jaar als je 42 jaar gewerkt hebt; op 61/62 jaar als je 43 jaar gewerkt hebt en op 60 jaar als je 44 jaar gewerkt hebt. Elk van die jaren moet je minstens 104 dagen gewerkt hebben. Het gaat hier om gewerkte of gelijkgestelde dagen.
Vereist aantal loopbaanjaren
In de toekomst komen er strengere criteria op het vlak van het vereiste aantal loopbaanjaren om vervroegd met pensioen te kunnen gaan. Dit vermeldt het federaal regeerakkoord:
“Vanaf 1 januari 2027 worden in de 3 stelsels (werknemers, zelfstandigen en ambtenaren) enkel kalenderjaren met 2 gewerkte (of hiermee gelijkgestelde) kwartalen (6 maanden of 156 gewerkte dagen) in aanmerking genomen voor de loopbaanvoorwaarde (vroeger 104 dagen).
- Gebruik makend van de enveloppe voor overgangsmaatregelen, werken we een regeling uit voor de aanname van het eerste loopbaanjaar.
- Wie in 2025 reeds voldoet aan de voorwaarden voor vervroegd pensioen, behoudt het recht om vervroegd op pensioen te gaan.
- Voor wie relatief dicht bij het vervroegd pensioen staat voorzien we een overgangsmaatregel zodat hun vroegst mogelijke pensioenleeftijd hierdoor slechts met een beperkte duurtijd verlengd kan worden.
- Wie vanaf de inwerkingtreding van de nieuwe wet (in 2025) 60 jaar of ouder is zal maximaal 1 jaar langer moeten werken.
- Wie vanaf de inwerkingtreding van de nieuwe wet (in 2025) 59 jaar is zal maximaal 2 jaar langer moeten werken.
Je zal dus enkel langer moeten werken als je niet aan de nieuwe voorwaarde voldoet op het vlak van het aantal vereiste loopbaanjaren. Werkte je altijd minstens 156 dagen per jaar, dan verandert er niets.
Lees ook | De toekomst van het brugpensioen (SWT)
Begonnen op 18 jaar
Wie al op 18 jaar begon te werken, zal vervroegd kunnen stoppen op 60 jaar, na 42 loopbaanjaren, maar hier zal je nog meer gewerkte of gelijkgestelde dagen moeten aantonen: 234. En niet alles zal gelijkgesteld worden. Dagen ziekte wel, maar dagen werkloosheid bijvoorbeeld niet.
Pensioenmalus
De pensioenmalus heeft ook te maken met vervroegd pensioen, maar slaat op het pensioenbedrag dat je zal krijgen. Je zal minder pensioen krijgen als je niet aan de nieuwe voorwaarde van effectieve gewerkte dagen voldoet. “ Het pensioenbedrag wordt vanaf 2026 verminderd met een malus van 2% (tot 2030), 4% (tot 2040), 5% (vanaf 2040) per jaar vervroegde uittrede voor de wettelijke leefijd, indien de gepensioneerde aan de loopbaanvoorwaarde voor vervroegd pensioen voldoet maar niet aan 35 loopbaanjaren van 156 dagen met effectieve arbeidsprestaties en 7020 effectief gewerkte dagen”
Voorbeeld: je bent 63 jaar en je hebt 42 jaar gewerkt. Maar van die 42 jaar kom je maar aan 33 jaar waarin je 156 dagen effectief gewerkt hebt, dan zal er een malus toegepast worden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier