Vruchtgebruik en blote eigendom: wat met herstellingen?
Het nieuwe goederenrecht verandert ook een aantal zaken in de relatie tussen vruchtgebruiker en blote eigenaar.
De juridische constructie vruchtgebruik/blote eigendom bestaat al meer dan 2000 jaar. Toch roept de relatie tussen vruchtgebruiker en blote eigenaar vaak vragen op. Ze lijkt op die tussen een verhuurder en een huurder, maar een vruchtgebruiker draait voor meer kosten op dan een huurder. Recent veranderde het nieuwe goederenrecht een en ander.
Hoe word je vruchtgebruiker?
Vruchtgebruiker word je meestal door te erven. De wet kan jou vruchtgebruik toekennen, als langstlevende partner. Of iemand laat jou het vruchtgebruik van een goed na in zijn of haar testament. Je kan het vruchtgebruik ook geschonken krijgen. Ouders en kinderen kunnen ook een onroerend goed gesplitst aankopen, waarbij de kinderen de blote eigendom kopen en de ouders het vruchtgebruik. Vruchtgebruik eindigt in principe als de vruchtgebruiker overlijdt maar sinds 1 september 2018 bestaat het ‘opvolgend vruchtgebruik’. De langstlevende echtgenoot van iemand die schonk met voorbehoud van vruchtgebruik zal dit vruchtgebruik ‘overnemen’ als zijn wederhelft overlijdt. Dat geldt ook voor de wettelijk samenwonende partner, maar dan enkel voor de gezinswoning en huisraad.
Nieuwe regels over herstellingen
Bij het begin van het vruchtgebruik moet een inventaris opgesteld worden. Zowel vruchtgebruiker als blote eigenaar zijn daar nu beiden toe verplicht. Gebeurt het niet, dan draagt de vruchtgebruiker het risico. Hij wordt verondersteld het huis of appartement in goede staat gekregen te hebben.
En wat als er na een tijdje iets stuk gaat? Een twistpunt tussen vruchtgebruikers en blote eigenaars (net als bij huurders/verhuurders) zijn de herstellingen. Grove herstellingen (dak, buitenschrijnwerk,...) moesten betaald worden door de blote eigenaar. Maar voor vruchtgebruik dat inging na 1 september 2021 moeten de kosten gedeeld worden tussen blote eigenaars en vruchtgebruikers. Er wordt daarbij gekeken naar de waarde van het vruchtgebruik. Die hangt af van de leeftijd en het geslacht van de vruchtgebruiker. Een geactualiseerde tabel die aangeeft wat een vruchtgebruik precies waard is, wordt elk jaar in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Grove herstellingen slaan op de structuur van het onroerend goed. De onderhoudsherstellingen, zoals schilderwerken of herstellingen aan het parket, moeten door de vruchtgebruiker betaald worden, tenzij het gaat om normale slijtage, ouderdom of overmacht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier