Wantrouwen en ongerustheid over pensioen bij jonge generatie
Een bevraging bij 18-40-jarigen toont aan dat de jonge generatie weinig vertrouwen heeft in ons pensioensysteem. Duidelijke en transparante regels, sensibilisering van op de schoolbanken en jong genoeg beginnen aan (aanvullende) pensioenopbouw zijn een must.
Assuralia (de federatie van de verzekeringsondernemingen) en PensioPlus (de federatie van de pensioenfondsen) lieten een onderzoek uitvoeren door Callebaut Collective bij 18-40 jarigen over hun pensioenkennis en -verwachtingen. Wantrouwen en ongerustheid, maar anderzijds ook onverschilligheid (“We zijn er niet mee bezig”) blijken uit de antwoorden van de 1.766 ondervraagden.
Een van de oorzaken van de onverschilligheid bij de jongere generatie ligt in het gebrek aan kennis en informatie. Deelnemers geven aan dat hun financiële kennis inzake pensioenplanning zeer beperkt is (gemiddelde score van 5,1 op 10) en vinden de informatie over het pensioen ontoereikend. Nochtans bestaan er digitale informatiebronnen rond pensioenopbouw, zoals MyPension. Eén op vier van deelnemers met werkervaring geeft aan nog nooit van MyPension gehoord te hebben; slechts de helft van zij die het platform kennen, maakt er effectief gebruik van.
Lage score pensioensysteem
De ondervraagde 18-40-jarigen kennen ons pensioensysteem slechts een score van 5,4 op 10 toe. De redenen daarvoor zijn: een te laag pensioenbedrag, een te hoge pensioenleeftijd, een te complexe en onrechtvaardige pensioenreglementering, een onzekere toekomst. De jongere generatie verwacht tijdens de pensionering geen comfortabel leven te leiden (50 %), geld te moeten bijverdienen (69 %), zonder geld komen te zitten (62 %) en men maakt zich kortweg zorgen over de financiële situatie na zijn of haar pensionering (60 %). Deze ongerustheid wordt gevoed door een wantrouwen ten opzichte van het pensioenstelsel: 53 % geeft aan er geen vertrouwen in te hebben dat de overheid het pensioen zal kunnen blijven uitbetalen en ongeveer eenzelfde percentage heeft evenmin vertrouwen dat het wettelijk pensioen zal volstaan om de gewenste levensstandaard te behouden.
Vervangingsratio
Dat laatste toont ook aan dat de jonge generatie zich er bewust van is dat het wettelijk pensioen niet zal volstaan om de levensstandaard te kunnen behouden. Vermits het wettelijk pensioen geplafonneerd is, is de vervangingsratio (de mate waarin het pensioen je loon van daarvoor vervangt) voor iedereen verschillend. Als jouw vervangratio laag is, moet je je hele loopbaan een behoorlijk bedrag sparen om dat verlies op te vangen. Een ander referentiepunt is de rusthuisfactuur. 92% van de uitbetaalde wettelijke pensioenen zijn vandaag niet voldoende om een rusthuisfactuur van 2.000 euro te betalen.
Aanvullend pensioen
Als we kijken naar de cijfers over de vervangingsratio en rusthuisfactuur, dringt de noodzaak van een aanvullend pensioen zich op. Ook in het Regeerakkoord staat dat de aanvullende pensioenen moeten groeien en veralgemenen. Maar een degelijk aanvullend pensioen heb je niet van vandaag op morgen opgebouwd. En ook hier is kennis en begrip heel belangrijk. Want ook de kennis over het aanvullend pensioen blijkt mager te zijn, zo blijkt uit de enquête. Slechts een klein kwart van de bevraagden geeft aan de tweede pensioenpijler goed te kennen. Nochtans waren er in 2020 bijna 4 miljoen werknemers en zelfstandigen aangesloten bij een aanvullend pensioenplan, goed voor een gezamenlijk kapitaal van zowat 92 miljard euro.
Philip Neyt, voorzitter van PensioPlus beklemtoont dat jongeren de opbouw van een degelijk pensioen als een gedeelde verantwoordelijkheid zien voor de overheid, de werkgever en zichzelf. Een significante groep (54%) is bereid om bij loononderhandelingen een loonstijging af te staan voor een beter aanvullend pensioen. “We kunnen dus stellen dat het draagvlak bij deze generatie absoluut aanwezig is”, zegt Neyt. “Als we erin slagen om jongeren aan de start van de carrière voldoende financiële kennis bij te brengen en het belang te doen inzien om vroeg pensioen op te bouwen, zorgen we ervoor dat men zonder financiële zorgen oud kan worden.” Zo vermijden we het fenomeen van de ’10 tot 20 verloren jaren’ als het gaat om pensioenopbouw.
Het is ook belangrijk dat jonge mensen vertrouwen hebben dat dit kapitaal, waar ze niet meer aankunnen tijdens de duur van hun loopbaan, goed (lees: duurzaam) belegd wordt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier