Zelfde waardebepaling van roerende en onroerende schenkingen
Het nieuwe erfrecht bepaalt dat de waarde van roerende en onroerende schenkingen, die moeten ingebracht worden bij het overlijden van de schenker voortaan op dezelfde manier zal gebeuren.
Als een ouder overlijdt, moeten de kinderen de schenkingen die ze in het verleden hebben gekregen, inbrengen in de nalatenschap. Schonk je in 2010 een studio van 100.000 euro aan je zoon en gaf je je dochter op datzelfde moment 100.000 euro cash, dan worden deze twee schenkingen de dag dat je overlijdt bij je vermogen geteld. Samen vormen ze de fictieve massa. Waarom fictief? Omdat die schenkingen eigenlijk geen deel meer uitmaken van je vermogen en fiscaal ook niet meetellen. Waarom ze er dan toch moeten worden bijgeteld? Alleen zo kunnen alle erfgenamen gelijk worden behandeld en kunnen kinderen hun reservataire deel – het stuk waar ze in elk geval recht op hebben – niet mislopen.
Wil je niet dat de nieuwe regels gelden voor schenkingen uit het verleden, dan kan je dat tot 31 augustus regelen bij de notaris.
Laat je bij je overlijden een vermogen van 200.000 euro na, dan denk je wellicht dat de fictieve massa door de twee schenkingen 400.000 euro bedraagt. Maar zo simpel is het vandaag allemaal niet. Want je twee kinderen kregen destijds dan wel hetzelfde bedrag – elk 100.000 euro -, in het huidige erfrecht worden de roerende en onroerende goederen die je schenkt op een andere manier gewaardeerd bij het bepalen van je nalatenschap. Voor roerende goederen geldt vandaag de waarde op het moment van de schenking. Die 100.000 euro cash van je dochter wegen na al die jaren dus ook voor 100.000 euro door in de nalatenschap. Voor onroerende goederen daarentegen geldt momenteel de waarde op de dag van je overlijden. En die studio van 100.000 euro die je je zoon schonk, is er intussen bijvoorbeeld 150.000 euro waard. Dat brengt de fictieve massa dus niet op 400.000 euro maar op 450.000 euro. En omdat elk van je twee kinderen recht heeft op 125.000 euro, (de helft van 250.000 euro) kan je dochter vandaag dus nog 25.000 euro claimen van je zoon.
Vanaf 1 september 2018
In het nieuwe erfrecht zal dat verschil in waardering van geschonken roerende en onroerende goederen wegvallen. Beide zullen dan in de nalatenschap worden ingebracht tegen de waarde die ze hadden op de dag van de schenking – dus 100.000 euro voor elk kind -, maar wel geïndexeerd (op basis van de index van de consumptieprijzen) tot op het moment van je overlijden. Waarom die indexering? Omdat als je je ene kind pas jaren na je andere kind een schenking doet, je beide kinderen in de nalatenschap niet gelijk zouden worden behandeld.
De wet zou de wet niet zijn, als er geen uitzonderingen op deze nieuwe inbrengregels zouden zijn. Een niet onbelangrijke uitzondering is bijvoorbeeld dat voor een schenking met voorbehoud van vruchtgebruik – je kinderen kregen vastgoed of aandelen maar jij streek al die tijd de opbrengst ervan op -, de waardering op de datum van overlijden zal gebeuren.
En dan is er ook nog een overgangsregeling. Wil je om bepaalde redenen niet dat vanaf 1 september 2018 de nieuwe regels gelden voor de schenkingen die je in het verleden deed, dan kan je nog tot 31 augustus 2018 bij de notaris terecht voor een ‘verklaring tot behoud’. De oude regels blijven dan gelden, maar wel voor alle schenkingen uit het verleden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier