3 x Zeeuws-Vlaanderen
Een bourgondisch stukje Nederland, dat is Zeeuws-Vlaanderen. Nochtans hangt het vast aan België. Nergens is dit stukje Nederland verbonden met het Nederlandse vasteland. Ontdek de geschiedenis van enkele vestingstadjes en burchten.
1. Schilderachtig Groede
Met een elektrische scooter door het polderlandschap zoeven, onder laaghangende stapelwolken en langs rijen knotwilgen. Zeeuwser kan niet. De streek is ontstaan uit het water, ‘gegroeid’ uit schorren die zich vormden langs de kust. Zo ook Groede of groda, wat groeien betekent. Jacob Cats, staatsman en dichter, zorgde ervoor dat Groede droge voeten hield. Hij liet dijken aanleggen en polders droogleggen. Het leverde hem een beeld op naast de statige Grote Kerk op de Markt, zittend aan een tafeltje. Vandaag staat Groede vooral bekend als kunstenaarsdorp, voor zijn Markt met schilderachtige geveltjes en voor zijn Groese paptaart, een soort puddingbroodje dat de inwoners van Groede de bijnaam papvreters bezorgde.
2. Vestingstadje Sluis
Sluis is met trots de enige stad van Nederland met een belfort, dat rechthoekig gebouw met vierkante toren dat vooral een Belgische en Noord-Franse traditie is. Na een behoorlijke klim via heel smalle treden, word je getrakteerd op een geweldig uitzicht over de omgeving. Hierboven zie je pas hoe dichtbij België is. Aan je voeten ligt Sluis met rijen bomen langs het wandelpad over de wallen, verdedigingsmuren uit de tijd dat het een belangrijke handelsstad was. In de zomer zijn hier allemaal gezellige terrasjes. Daartussen loopt de Damse Vaart, het kanaal dat Sluis met Brugge verbindt. Het was Napoleon die het startsein voor de aanleg gaf. Vroeger werd de vaart gebruikt om dorpjes te bevoorraden, vandaag kan je er peddelen met een kano. In het Belfort wacht je een interactief museum over de rijke geschiedenis van Sluis. Daarna is het tijd voor een wandeling. Rond het vestingstadje is een mooie route uitgezet.
3. Aardenburg, de oudste
Aardenburg dankt zijn bijnaam van Kikkerstad aan zijn fanfare, die ruim 100 jaar geleden in groene uniformen optrad en steevast werd onthaald op: ‘Daar komen de kikkers!’ Het werd een geuzennaam. Nabij de enige overgebleven poort van Aardenburg, de Westpoort uit 1650, staat dan ook een fontein met waterspuwende kikkers. Maar de geschiedenis van Aardenburg gaat veel verder terug. Het oudste stadje van Zeeland kan zich met gemak meten aan Nijmegen en Maastricht, die zich de oudste steden van Nederland noemen. Steek hier een spade in de grond en je vindt overblijfselen uit de Romeinse tijd. Die vondsten, zoals aardewerk uit het Rijngebied, Noord-Frankrijk en Engeland, tonen wat een belangrijk handelsknooppunt Aardenburg was. Binnen de stadsmuren werd ook een Romeins tempeltje ontdekt en de Sint-Baafskerk is gebouwd op de plek van het Romeinse fort, het castellum. De kerk uit de 10de eeuw werd bij de slag om de Schelde tijdens WOII zwaar beschadigd. Tien jaar na de oorlog stond ze weer fier overeind. De Zeeuwse spreuk ‘luctor et emergo’ ofwel ‘ik worstel en kom boven’ gaat hier helemaal op. De geschilderde grafstenen die bij de wederopbouw werden gevonden, zijn nu tentoongesteld in de kerk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier