Daar aan de einder: Santiago de Compostela!
Ieder volgt zijn weg, haar pad. De camino naar Compostela, de hoofdstad van Galicië, is een levenservaring die niemand onberoerd laat.
“Mijn hersenen kregen een reset… en de schoonheid van de landschappen gaven me soms tranen in de ogen”, vertrouwt een Fransman me toe. Hij legde de volledige pelgrimstocht al af en is nu hospitalero (vrijwilliger ten dienste van pelgrims) op de bergpas van Somport. Zijn vriend Jean-Michel vervolgt: “Je kan onderweg alles loslaten omdat je in de natuur en vooral in het nu leeft. Ik ben niet gelovig, maar wil je de balans van je leven opmaken, je persoonlijke problemen, je toekomst, dan is mijn advies: volg het pad! Het is een echte therapie waar je herboren uit komt.”
Tijdens oorlogen en epidemieën werd de pelgrimstocht onderbroken voor een al dan niet lange periode. Recent nog tijdens de coronapandemie.
Verderop kom ik een 71-jarige Nederlander tegen: “Ik wandel van bij mij thuis in één stuk naar Santiago. Vier maanden geleden vertrok ik.” Jürgen, een 55-jarige Duitser vertelt: “Na mijn scheiding verloor ik mijn baan, met een opzegtermijn van 9 maanden. Leuk was dat niet! Nu draag ik een rugzak van twintig kilo, ben ik tien kilo afgevallen en doen mijn benen pijn. Maar ik heb me nog nooit zo vrij gevoeld. Deze tocht maakt mijn hoofd leeg en ik geniet er geweldig van.” Al deze getuigenissen bevestigen het universele enthousiasme en de passie voor deze pelgrimstocht, een van de grootste in de christelijke wereld.
Er was eens...
Het is in Noord-Spanje, aan de overkant van de Pyreneeën dat de relikwieën van apostel Jakobus opgeborgen liggen. Maar waarom in Compostela, helemaal aan de einder van het schiereiland? Jakobus de Meerdere, de zoon van Zebedeüs, was samen met zijn broer Johannes een van de twaalf apostelen van Christus en visser op het meer van Tiberias. Hij kwam naar Iberië om zieltjes te vissen, maar bij zijn terugkeer in Palestina werd hij geëxecuteerd. Zijn metgezellen verzamelden zijn overblijfselen en brachten ze aan boord van een schip onder commando van een … engel. In Padrón, aan de Galicische kust kwamen ze terug aan land. In 813 zou een kluizenaar met de hulp van een sterrenregen de begraafplaats hebben ontdekt. De resten werden daarop verplaatst naar het ‘sterrenveld’ of de ‘campus stellae’, Compostela dus. In 834 kwam koning Alfonso II van Asturias, die volledig in de ban was van de reconquista, de heilige eer betuigen. Het was het begin van een ongekende stormloop van pelgrims die tot vandaag voortduurt.
De pelgrims kwamen via verschillende routes, waarvan de Camino Francés de bekendste is. De paden leiden van bescheiden religieuze gebouwen in kleine dorpjes naar enorme rijkversierde kathedralen met buitengewone glasramen zoals in Burgos of León, langs abdijen, markten en herbergen, waaronder de albergues en refugio’s om meer pelgrims te kunnen ontvangen. Vandaag verwelkomen allerlei accommodaties wandelaars, sommigen aan zeer democratische prijzen (een paar euro) zoals de ‘Albergue de los Peregrinos’. Maar daar kom je enkel binnen op vertoon van een pelgrimspas met de juiste stempels. Dit officiële document wordt ook gebruikt voor het opstellen van het ‘compostela’ of pelgrimscertificaat aan het einde van de tocht.
Camino Francés
De Camino Francés dankt zijn naam aan de pelgrims die via Frankrijk naar Spanje reisden. Al meer dan duizend jaar komen ze samen in Tours, Vézelay en Le Puy-en-Velay voordat ze verder trekken richting de Pyreneeën. Met een gemiddelde afstand van meer dan 700 kilometer leggen deze ‘jacquets’ zo’n 33 etappes af op weg naar Santiago. Op Spaans grondgebied gaat de route van start op twee plaatsen: de bergpas van Roncesvalles en die van Somport. Boven, in de koude mist van de Pyreneeën, zijn nog de ruïnes te zien van een oud hospitium, die eraan herinneren welke ontberingen de middeleeuwse pelgrims wel moesten doorstaan. Het pad doorkruist vervolgens Aragón en Rioja, Castilla y León, Asturias en eindigt in Galicië. Doorheen de eeuwen werd de camino bedreigd door struikrovers en dieven die plunderden of gewoon profiteerden van de vrijgevigheid op het traject. Tijdens oorlogen en epidemieën werd de pelgrimstocht ook vaak tijdelijk onderbroken, recent nog tijdens de coronapandemie. Maar eens die voorbij was, schoten de bezoekersaantallen omhoog, met duizenden nieuwe wandelaars.
Maar laten we bij ons pad blijven: na Somport en Canfranc dalen we af naar het vestingstadje Jaca, met een mooie architectuur (fort en oude stad). Vervolgens stoten we op de ruïnes van het bevreemdende klooster van San Juan de la Peña, die al duizend jaar verborgen liggen in de bergen. We vorderen stapvoets, langzaam maar zeker: eerst naar Pamplona, dan Puente la Reina en Logroño, Santo Domingo de la Cazada, Burgos, Castrojeriz, Frómista, Sahagún, León, Astorga, Ponferrada, Ocebreiro, Sarria, Portomarín, Palas de Rei en ten slotte Compostela!
Wil je de balans van je leven opmaken, je persoonlijke problemen, je toekomst: volg het pad! Het is een echte therapie waar je herboren uitkomt.
In 2023 telde het officiële kantoor van Santiago niet minder dan 438.000 pelgrims. Uitgerust met een schelp en een pelgrimsstok lopen ze alleen of in groep, soms in stilte achter elkaar. Want het is een lange en erg vermoeiende weg. Onder een loden zon, door regen en wind, met horten en stoten, het maakt allemaal deel uit van de ervaring: vreugde, emotionele uitbarstingen, blaren en pijn aan de voeten, intense momenten van rust en veel lachen. Sommigen bidden, anderen vloeken, of soms allebei.
Stap voor stap
Elke etappe is als een hoofdstuk in een boek, met herinneringen en foto’s die vertellen over de metamorfose die de pelgrims op deze mystieke reis ondergingen, of ze nu profaan of religieus zijn, het sportief of rustig aanpakken, uitgeput of juist herboren aankomen, of ze nu asceten dan wel levensgenieters zijn. Want tijdens deze tocht is er ook plaats voor feest en ontspanning op de rustige avonden, met tapas en heerlijke wijnen, charcuterie, sint-jakobsschelpen, pulpo a feira en Santiagotaart. De pelgrimstocht wordt zelden in een keer afgelegd – tenzij je maanden vrijaf kunt nemen – maar meestal verspreid over verschillende jaren. Ieder baant zijn eigen weg, met neerslachtige episodes gevolgd door momenten van vreugde. Het is ook een kans om andere wandelaars te ontmoeten, op pad of in de herbergen, en samen ‘gelukkig’ te lijden onder de blaren en de pijntjes. En dan is daar de ultieme beloning, de apotheose van de tocht: Santiago de Compostela. De Plaza del Obradoiro, aan de voet van de kathedraal, is de plaats voor vreugdesprongetjes, gejuich en triomfantelijk foto’s van de jacquets die eindelijk aankomen. ●
Meer info
* compostelagenootschap.be (Vlaamse pelgrimsvereniging en vrienden van Santiago de Compostela)
* spain.info/en/camino-santiago
* dit agentschap boekt de reis voor je: go-camino.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier