Den Haag: royaal en monumentaal
Het kloppende koninklijke en politieke hart van Nederland ligt in Den Haag. Deze stad nabij de zee heeft het allemaal: statige panden, koninklijke paleizen, het parlement en musea met een indrukwekkende collectie Hollandse meesters.
Den Haag is altijd al de residentie van de Oranjes geweest, van adel en diplomaten. Twee koninklijke paleizen en alle hoofdstedelijke functies zijn hier. Toch is de stad van een half miljoen inwoners niet de officiële hoofdstad. “Hier in Nederland draait het altijd om geld. Handelsstad Amsterdam was de rijkste toen Willem I een hoofdstad nodig had. En dus werd het Amsterdam. De tweedeling maakt ons wel uniek”, zegt Hagenaar Remco Dörr, die ons gidst.
Balkonscène
Starten doen we in het Hofkwartier, bij paleis Noordeinde, het werkpaleis van koning Willem-Alexander. Huis ten Bosch, in het Haagse Bos is zijn privéwoonst. Noordeinde stamt uit 1640 en ligt in de gelijknamige straat, verlicht door koninklijke kronen. Je hebt het vast al op tv gezien, want hier heeft op de derde dinsdag van september Prinsjesdag plaats, de start van het politieke jaar in Nederland. Dan rijden de Oranjes met de gouden koets door de stad. Als afsluiter verschijnen ze op het balkon van Noordeinde. De balkonscène kan je van heel dichtbij zien, want het paleis ligt pal in een winkelstraat.
“Veel mensen zijn hierover verbaasd”, zegt Remco. “Maar de tuinen bevinden zich aan de achterkant.” Het Prinsjesdaggevoel kan je ook elke woensdagochtend in het klein beleven. Dan overhandigen de ambassadeurs hun geloofsbrieven aan de koning. Een ceremonie waarbij ze worden opgehaald met koninklijke koetsen. De Hagenaar wijst ons ook op Noordeinde 66, de pied-à-terre van prinses Beatrix. De Paleistuin aan de achterkant is een openbaar park waar zich de Koninklijke Stallen bevinden. Deze kan je niet bezoeken, maar ’s zomers zie je de paarden in de stad oefenen. En mocht je vergeten zijn dat je bij de Oranjes bent, dan herinneren enkele kunstwerken met een knipoog je eraan. Zo heeft de speeltuin de vorm van de parelketting van Juliana. In de bomen hangen de kleurrijke hoeden van Beatrix.
Aan de voorkant kijkt de vader des vaderlands Willem van Oranje vanop zijn paard recht de koninklijke vertrekken binnen. “Het is het enige ruiterbeeld ter wereld dat met zijn gezicht naar het paleis toe staat”, zegt Remco. Normaal rijden ze altijd het paleis uit. In 1929 wilde men het beeld draaien. Maar Wilhelmina zou geschreeuwd hebben: “Ik wil niet naar de kont van dat paard kijken!” En dus staat het nog altijd andersom.
Den Haag is een groene stad met veel pleinen, waar fietsers naar goede Nederlandse gewoonte talrijker zijn dan auto’s. De historische panden, de meeste uit de 18de en 19de eeuw, maken helemaal het verschil. Den Haag is dé art-nouveaustad van Nederland, zegt onze gids. “De protestanten hier neigen naar de Jugendstil. Er is ook veel art deco, wat we hier in Nederland ‘de stijl’ noemen.” Een knap art-decopand is de voormalige department store La Bonneterie. Het interieur met centrale koepel lijkt een kopie van de Galeries Lafayette in Parijs. Jammer genoeg hield ‘De Bon’ er twee jaar geleden mee op en is er nu een goedkope kledingketen. Het gebouw zelf is gelukkig beschermd. En in Den Haag kan je intussen ook elders stijlvol winkelen. Let op de wapenschilden bij de deur. Die geven aan of het om een hofleverancier gaat. Je ziet in Den Haag wel vaker Franse opschriften. Dat vinden ze hier namelijk chique. De Haagse burgerij sprak vroeger Frans wanneer het personeel niet mocht meeluisteren en de echte snobs houden dat in stand. Al gaat het om een Haagse variant. “Weet je wat een ‘être’ is”, vraagt Remco? “Een etter.”
Vlakbij De Bonneterie ligt De Passage, gebouwd in 1880. Het is de enige doorgang van Nederland en daarom Unesco Werelderfgoed. De gelijkenis met de Koninginnegalerij in Brussel is treffend (Brussel is de oudste). “Hoe statig ook, eigenlijk zijn we een dorp”, zegt onze gids. Een wat? “Officieel hebben we nooit stadsrechten gekregen. Vandaar dat we geen stadsmuur mochten bouwen. In 1612 kwam er wel een gracht. Dat was onze verdedigingslinie en vandaag een handig oriëntatiepunt. Kom je bij een gracht, verlaat je het centrum.”
Van Rutte tot Rembrandt
Een plek in Den Haag die je ongetwijfeld herkent, is het door arcaden omzoomde Binnenhof. In Nederland symbool voor ‘de politiek’. Het epicentrum van de macht bevindt zich in een middeleeuws jachtslot. Via het Binnenhof kom je in de eerste en de tweede kamer, en in de Ridderzaal, waar Willem-Alexander op Prinsjesdag vanop zijn troon de troonrede houdt. De Ridderzaal en de politieke kamers kan je enkel via een begeleide politieke tour bezoeken.
Het Binnenhof wordt geflankeerd door de Hofvijver, waar een bronzen Willem II over uitkijkt, tot 1831 ook onze koning. Een ander vertrouwd beeld uit politiek Nederland is het torentje, de werkplek van de minister-president. Op dit moment ‘het torentje van Rutte’. Boven het oude machtscentrum bakenen wolkenkrabbers de skyline af.
Vlakbij het politieke hart drijft een fata morgana op de Hofvijver: het 17de-eeuwse Mauritshuis, ooit gebouwd voor Johan Maurits, graaf van Nassau-Siegen. Het stadpaleis met zijden wandbekleding en fonkelende kroonluchters herbergt nu een topcollectie werken uit Nederlands Gouden Eeuw. Hier hangt het beroemde Meisje met de Parel van Johannes Vermeer. En we hoeven niet halsreikend over een horde toeristen heen te kijken om haar te bewonderen. Het Mauritshuis bezit ook een prachtige collectie Rembrandts, onder andere De Anatomische Les van dr Nicolaes Tulp en enkele zelfportretten. Het is trouwens niet de enige culturele schatkamer in Den Haag. Bezoek zeker ook het Kunstmuseum, in het Statenkwartier. Dat bezit de grootste collectie Mondriaans ter wereld.
Moeder aller boulevards
Den Haag heeft een stuk rijkdom te danken aan het koloniale verleden. Dat zie je goed op Plein 1813. Wie terug kwam uit Nederlands-Indië (Indonesië) had tropenjaren gekend. En ging zich liefst vestigen in het nette Den Haag, ook al omdat zich hier het ministerie van Koloniën bevond. De rijke planters bouwden rond het plein dezelfde monumentale villa’s als op hun plantages. Uit die tijd dateert ook het prachtige Hotel des Indes. Het wapenschild van Batavia prijkt nog op de gevel. Al sinds 1881 is dit een hotel en het heeft niet aan grandeur ingeboet. Het interieur ademt Nederlands-Indië. De high tea in Les Indes is een begrip. Met scones en sandwiches kunnen we lekker lang genieten van het opulente exotische decor.
Hotel des Indes bevindt zich aan de Lange Voorhout, een elegante stadsboulevard. Al in de middeleeuwen was dit de plek waar de adel ging wonen en flaneren onder de lindebomen. “Eind 18de eeuw werd de Duitse keizer zo jaloers op deze laan, dat hij dezelfde wilde in Berlijn”, zegt Remco. “Ja, ja Unter den Linden is geïnspireerd op de Lange Voorhout. Dit is de moeder aller boulevards, zelfs de Champs Elysées kwam na ons.” De laan heeft hét nog altijd. Meer zelfs, ze is totaal onbetaalbaar geworden waardoor er vooral ambassades zijn. Voor een van de panden staat een eenzaam klein standbeeld. Het is Louis Couperus (1863-1923), de Haagse schrijver van de roman Eline Vere.
Wat is er nog te zien in deze koninklijke stad? Het huis van baron Hop, bedenker van de Haagse hopjes (koffiebonbons), de plek waar spionne Mata Hari woonde en het voormalig paleisje van koningin-moeder-regentes Emma. Neem zeker ook de historische tramlijn 1, die je in een kwartier tot bij het prachtige Kurhaus en de beroemde Pier van Scheveningen brengt. Mocht je nog niet overtuigd zijn, dan is er altijd nog een echt Hollands argument om Den Haag te bezoeken: logeren is er een pak goedkoper dan in Amsterdam.
Praktisch
Erheen. IC of Thalys tot Rotterdam. Daar overstappen naar Den Haag.
Logeren. Wij verbleven in hotel Indigo The Hague Royal Palace****, www.ihg.com
Meer weten? Prinsjesdag, architectuurwandeling en info: denhaag.com/nl/vvv; politieke tour: prodemos.nl; high tea: hoteldesindes.nl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier