Tórshavn © Rosie Cabbe

Faeröer forever

Met zijn steile kliffen, groene weides, spectaculaire vergezichten en pittoreske vissershavens stralen de Faeröer mystiek en ongrijpbaarheid uit. Het is de ideale plaats om tot rust te komen.

De Faeröereilanden liggen ergens halfweg tussen Schotland, IJsland en de Noorse kustlijn, midden in de Atlantische Oceaan. Eenmaal gearriveerd voelt het als het einde van de wereld aan, hoewel het in feite niet zo ver vliegen is. Als je vertrekt vanuit Parijs heb je een rechtstreekse vlucht naar de luchthaven van het eiland Vagar. Vandaar gaat het per huurauto naar de hoofdstad Tórshavn, de enige stad op de Faeröer die naam waardig.

Het decor op de Faeröereilanden lijkt weggeplukt uit Game of Thrones. © Rosie Cabbe

Tórshavn is gelegen op Streymoy, qua oppervlakte het grootste eiland van de Faeröer. Dat je probleemloos van het ene eiland naar het andere kan reizen, is te danken aan een befaamd tunnelsysteem dat de meeste eilanden onderling met elkaar verbindt. Een van die tunnels is zelfs uitgerust met een rondpunt, volgens een enthousiaste receptioniste het enige ondergrondse rondpunt ter wereld.

© Rosie Cabbe

Tórshavn is zeker een bezoek waard. De stad, gebouwd tegen een heuvelrug, bevat een middeleeuws aandoend oud gedeelte: de wijk Tinganes, vol kleurrijke houten huisjes en nauwe steegjes. Langs de jachthaven, waar het heerlijk slenteren is, bevinden zich enkele cafés met buitenterras. Ideaal om met een kop koffie de bedrijvigheid gade te slaan.

Adembenemende vergezichten

De volgende ochtend staat de verkenning van Streymoy op het programma. Een huurauto is een absolute must op de Faeröer. Het openbaar vervoer is perfect georganiseerd, maar bussen stoppen niet op aanvraag. Al snel kom je ogen tekort om voluit te genieten van de vele adembenemende vergezichten. Het wegennet is trouwens pico bello, totaal niet te vergelijken met de slechte straten in België.

Echte bergen heeft de Faeröer niet, wel talloze groene en soms donker gearceerde heuveltoppen, met hoogtes die tussen de 500 en 880 meter schommelen. Bij ietwat mistig weer zorgt dat voor een mystieke omkadering vol verrassende kleurschakeringen.

Een idyllisch kerkje op het eiland Suduroy © Rosie Cabbe

De eerste stop is Vestmanna. Van daar vertrekken er dagelijks bootexcursies langs de steile kliffen even buiten het vissersdorpje. Dat is twee uur genieten van sensationele. uitzichten. Met de donker gearceerde, hoge en grillige krijtrotsen lijkt het decor weggeplukt uit Game of Thrones. Een groepje Japanners kirt zowaar van enthousiasme. Onderweg escorteert een zwerm jan-van-genten het schip.

Weinig restaurants

Zoek geen cultuur op de Faeröer, want op een paar musea in Tórshavn na is die er niet. De beste manier om deze archipel te ontdekken, is er rondrijden met de auto. Voortdurend word je geconfronteerd met fraaie uitzichten: eenzame baaien, diep uitgesneden fjorden, duizelingwekkende kliffen, dreigende bergketens ... Dat alles overgoten met een wisselend klimaat dat de ene keer zon, de andere keer lichte regen of slierten mist brengt. Onderweg rijd je door dorpen die amper die naam waardig zijn. Meestal gaat het om gehuchten van een paar tientallen huizen.

Het eiland Streymoy © Rosie Cabbe


Gjógv is zo‘n dorpje, op de uiterste punt van het eiland Esturoy. Op de weg ernaartoe is het soms behendig sturen tussen de loslopende schapen, maar eens je er bent, is het niet ver wandelen naar de top van de kliffen, waar een stevige kopwind je ademhaling fors doet stokken. Adembenemend dus, maar dat komt ook door het uitzicht.

De beste manier om de eilandengroep te ontdekken, is er rondrijden met de auto.

Nog één tip: als je ergens een restaurantje spot, ga er dan binnen. De kans is namelijk groot dat het de enige eetgelegenheid is in de wijde omgeving.

Met de veerboot naar Suduroy

Zijn de meeste bewoonbare eilanden met tunnels en hier en daar een sporadische brug met elkaar verbonden, dan is het meest zuidelijke eiland Suduroy enkel per veerboot bereikbaar.

Dorpen kom je bijna niet tegen, meestal gaat het om enkele huizen. © Rosie Cabbe


Vanuit Tórshavn is het zo‘n twee uur varen naar Suduroy. Het eiland, goed 42 km lang, bevat slechts één hoofdweg. Die slingert van noord naar zuid, over berg en dal, en langs brede baaien. In het noordelijke plaatsje Sandvík trekt de pure schoonheid van een oud kerkje de aandacht. Iets verderop zijn een paar zandstrandjes, waar het idyllisch picknicken is met zicht op de kliffen. De stormvogels die nieuwsgierig je broodje zalm in de gaten houden, moet je er wel bij nemen. ●

Praktisch

• In theorie is de Faeröer een bestemming die zich het ganse jaar door laat bezoeken. Denk bij de winter aan temperaturen zoals bij ons. De zomers zijn frisser.

• Een Belgische identiteitskaart volstaat.

• Je hebt twee manieren om op de Faeröer te geraken. Met het vliegtuig kan je rechtstreeks vanuit Parijs naar het eiland Vagar, waar de enige luchthaven van het land zich bevindt. Vanuit Brussel vliegen kan ook, maar dan stap je over in Kopenhagen. Tweede optie: met de auto naar Hirtshals in Denemarken rijden en daar de ferry naar Tórshavn nemen.

Meer info: faeroer-eilanden.be

Wist je dat ...​

... Faeröer een oud Noors woord is dat ‘schapeneiland’ betekent? Er leven dan ook meer schapen (70.000) dan mensen (52.000).

... je op de Faeröereilanden nooit meer dan vijf kilometer van de oceaan verwijderd bent?

... je op de Faeröereilanden wel 110 verschillende soorten vogels kan spotten?

... er in totaal maar drie verkeerslichten zijn?

... het weer er ongelooflijk snel kan omslaan? Een bekend lokaal gezegde is: ‘Staat het weer je niet aan? Wacht dan vijf minuten.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content