Fietsen in de Belle Epoque
Fietsen is nu hipper dan ooit. Ook in de Belle Epoque kende de fiets een glorieperiode. Het Letterenhuis in Antwerpen roept die periode weer op met prachtige reclameaffiches.
Aan het eind van de 19de eeuw werd fietsen in de hele westerse wereld een ware rage. Voor de promotie maakte men gretig gebruik van hét communicatiemiddel van die tijd: de kleurenaffiche, vaak getekend door jonge kunstenaars. Curator Johan Vanhecke selecteerde de mooiste exemplaren uit de periode 1890-1910. Ze maken reclame voor fietsbeurzen, wielerwedstrijden, kettingen, banden en uiteraard de fiets zelf. Een van de topstukken is een affiche van Toulouse-Lautrec uit 1895. Zijn tekening prijst ‘La Chaine Simpson’ aan, de Simpson fietsketting.
Vehikel voor emancipatie
De 19de eeuwse reclameaffiches, die allemaal uit de collectie van het Letterenhuis komen, zijn ook interessante getuigen van een maatschappelijke evolutie. “Op de meeste affiches staan vrouwen, soms schaars gekleed. Zij moesten de boodschap overbrengen, een beetje zoals de hostessen op het autosalon”, aldus Vanhecke.
“Maar anders is dat vrouwen hier ook het doelpubliek vormen. De fiets speelde een belangrijke rol in de emancipatie van de vrouw. Hij gaf vrouwen de mogelijkheid zich vrij te bewegen. Het was een handig en snel vervoermiddel.” Dankzij de fiets konden vrouwen een broek dragen, een bloomer, een soort pofbroek die trouwens ook is tentoongesteld. De fiets werd het symbool van de suffragette. Al was het niet altijd makkelijk, aldus de curator. Er bestonden wel wat vooroordelen en bijgeloof over fietsende vrouwen. Er werd gedacht dat een fiets een vrouw seksueel kon stimuleren, of dat ze er geen kinderen meer zou kunnen door krijgen.
Fietstoerisme avant la lettre
Fietsen werd een geliefde vrijetijdsbesteding in de jaren 1890, het fietstoerisme zag het levenslicht. Dankzij hun rijwiel konden stadsbewoners genieten van de schoonheid en de rust van de natuur. Wegenkaarten en fietsgidsen hielpen de recreatieve fietser. Zo’n oude wegenkaart is ook geëxposeerd. Er kwamen in die periode wegwijzers en fietspaden. Ook de Touring Club van België werd toen gesticht, in 1895, en richtte zich op het groeiende aantal fietstoeristen. De vereniging sloot contracten af met hotels en herbergen, die de leden een goede service en allerlei kortingen boden.
Voor de “happy few”
Elke stad had toen zijn velodroom. “Naar de velodroom gaan, was een beetje zoals naar de paardenkoersen, bedoeld voor de happy few”, aldus de curator. “De fiets was in die tijd echt voor de elite. Hij kostte makkelijk 300 tot 600 frank, een arbeider verdiende rond de 10 frank per week. Terwijl de fiets in onze tijd hip is voor het milieu en klimaat, was het toen vooral een statussymbool. Een hebbeding voor wie bemiddeld was.”
Maar daar kwam snel verandering in. Door de massaproductie werd de fiets voor velen betaalbaar en raakte in alle lagen van de samenleving razend populair. Voor de welgestelde burgerij verloor de fiets zijn aantrekkingskracht. In 1895 reden de eerste fietsen met een motor. En niet veel later deed de “automobiel” zijn intrede. Die was peperduur, maar haalde hogere snelheden, was comfortabel en de bestuurder hoefde geen fysieke inspanning te leveren. Fietsfabrikanten wierpen zich volop op de autoproductie. Op de kleurrijke affiches verschijnen stilaan de eerste auto’s.... Het vervolg is bekend.
Velodroom, nog tot 30/8 in het Letterenhuis, Antwerpen. www.letterenhuis.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier