Het Solvayhuis, getekend Victor Horta
Stap met ons het Solvayhuis binnen, een van de belangrijkste en wellicht meest authentieke art-nouveaumeesterwerken van Victor Horta, dat pas sinds 2021 toegankelijk is voor het publiek.
Het gevoel dat je als bezoeker overvalt wanneer je het Solvayhuis betreedt, valt moeilijk te beschrijven. Hier is in 100 jaar amper iets veranderd. De meubels, het houtwerk, de glasramen in de vorm van vlindervleugels, de gekleurde marmervloeren en tapijten lijken samen een subtiel geregisseerd ballet op te voeren. Wat je ziet is muziek, een architecturale symfonie van plantenmotieven, slingers en krullen. Nergens een valse noot: elk object, elk interieuronderdeel staat op de juiste plaats en gaat op in het geheel. Het meesterbrein achter dit alles?
In 1894 huurt Armand Solvay, zoon van de rijke industrieel Ernest Solvay, architect Victor Horta in voor de bouw van een gezinswoning op de Louizalaan. De architect krijgt carte blanche en een bijna onbegrensd budget om een totaalplaatje te ontwerpen, van het eigenlijke huis tot het meubilair, inclusief de deurknoppen. De keuze van Armand Solvay is niet evident, want Horta wordt in die dagen als een revolutionair bestempeld. Zelfs Horta kan nauwelijks geloven dat Solvay voor een architect koos “die het minst paste bij de geldende opinie over hoe een herenhuis van goede smaak er moest uit zien”, schrijft hij later in zijn memoires.
Revolutionaire materialen
“De keuze voor Horta was opmerkelijk omdat de art nouveau op dat moment nog in haar kinderschoenen staat”, beaamt Dominique de Thibault, conservator van het Solvayhuis. “Wanneer hij de eerste plannen tekent, bestaat er nog bijna geen enkel gebouw in die stijl. Armand Solvay heeft dus geen enkel aanknopingspunt”. Horta rijgt met het grootste plezier zijn revolutionaire ideeën en technieken aan elkaar. Hij gaat verder dan enkel plantenmotieven, hij ontwerpt het huis rond een enorme trap omgeven door zuilen en ijzeren balken. “In die tijd was ijzer een vernieuwend materiaal dat enkel werd gebruikt voor openbare werken, zoals bruggen en stations, maar dankzij het ijzeren skelet hoeft Horta binnenshuis geen enkele draagmuur te voorzien”. Hierdoor ontstaat een open en moduleerbare woning: door te werken met schuifwanden en wegklapbare meubelen kunnen grote ruimtes voor recepties worden vrijgemaakt. Een ruime lichtkoepel zorgt voor daglicht op alle verdiepingen en dat wordt hier en daar doorbroken door grote erkers met gekleurde glasramen.
Géén keuken in de kelder
De bewoners beschikken over het meest moderne comfort: verwarming met stoom, koud én warm water – toen nog zeldzaam – tot op de verdiepingen en wc’s met waterspoeling als ultiem raffinement. Die nieuwigheid was pas een paar jaar eerder uitgevonden. De plannen voorzien ook in 182 gloeilampen en maken van de Hortawoning meteen het allereerste huis in de hoofdstad met elektrische verlichting. Die gloeilampenkrijgen geen simpele houdertjes: het licht straalt uit metalen bloemen en luchters die uitmonden in vuurwerk.
Eén innovatie komt er op uitdrukkelijk verzoek van Solvay. In de herenhuizen van die tijd bevond de keuken zich in de kelder, maar niet hier. “De familie Solvay was erg begaan met het welzijn van haar dienstpersoneel en van de arbeiders die ze terwerkstelde. Zo kregen werknemers bij Solvay al vanaf 1913 een betaalde vakantie. Daarom vond de familie het juister de keuken op de benedenverdieping in te richten met directe toegang tot de tuin. De keuken diende immers ook als refter voor het huispersoneel.”
De eigenaars wonen vooral op de bovenverdiepingen. De bel etage vormt het sociale hart van het huis. Hier ontvangen de Solvays hun gasten in een salon, muziekkamer, biljartzaal en eetzaal. Dominique de Thibault: “Maar houden er geen mondaine feesten waar de champagne overvloedig vloeit. Ze ontvangen enkel kleine groepen gasten voor intieme zakengesprekken.” De verdiepingen boven de bel etage groeperen de privévertrekken: slaap- en badkamers en werkruimtes. De bovenste verdieping en de zolder dienen, zoals gebruikelijk, als slaapkamers en ruimtes voor het dienstpersoneel.
Voor het interieur kiest Victor Horta voor 21 marmersoorten en 13 houtsoorten, waarvan sommige heel exotische, zoals mahonie en gespikkelde esdoorn. De tapijten worden met de hand gemaakt, de glasramen worden in de massa gekleurd en een reuzegroot pointillistisch schilderij siert de overloop. De Japanse invloed – trendy in de belle epoque – vind je terug in de schuifdeuren die in de muur verdwijnen.
Gered van de verbrusseling
Uiteraard vraagt zulk een bouwwerf de nodige tijd. Meer dan acht jaar verlopen er tussen de eerste schetsen en de oplevering. Het herenhuis is van meet af aan bedoeld als winterverblijf. In die tijd brachten rijke families de zomer op het platteland door (de Solvays in het kasteel van Terhulpen), om in de koudere maanden terug te keren naar de stad. In de jaren waarin de woning wordt gebouwd, verschijnt ook de automobiel. Het platteland wordt makkelijk bereikbaar en dat maakt een winterverblijf in de stad minder noodzakelijk. Al snel maakt de familie Solvay nog maar enkel gebruik van het huis op de Louizalaan om belangrijke gasten te ontvangen.
“Daardoor is het huis zeer goed bewaard gebleven”, aldus een blije conservator. “In de 60 jaar dat de woning eigendom was van de familie Solvay, is er bijna geen enkele verandering aangebracht”. Een zeldzaamheid, want de meeste, nog bestaande art-nouveauwoningen werden in de loop der jaren beperkt tot heel erg gemoderniseerd. “De art nouveau is een stijlbeweging die vrij snel uit de publieke belangstelling verdween. Dat is trouwens de reden waarom zoveel gebouwen afgebroken zijn.”
De hernieuwde interesse voor deze stijl is relatief recent. Op het einde van de jaren 50 slaat de verbrusseling toe en moeten tal van chique herenhuizen op de Louizalaan plaats ruimen voor flatgebouwen. De laan verliest haar uitstraling en het scheelt niet veel of het Solvayhuis wordt het volgende slachtoffer. De familie Solvay beslist immers de woning te verkopen. Tal van bouwpromotoren tonen grote interesse. “Gelukkig wordt het huis met zijn meubilair uiteindelijk gekocht door modeontwerpers Louis en Berthe Wittamer-De Camps. Hun zaak bevindt zich wat verderop en zij waren op zoek naar een plek om hun haute-coutureateliers onder te brengen.” De verdiepingen ondergaan enkele wijzigingen, maar het grootste deel van het huis blijft intact. Enkel de lichtkoepel wordt afgedekt, waardoor de glasramen voortaan kunstmatig worden verlicht. “Horta had in een perfect systeem van natuurlijke verluchting voorzien. Hierdoor zijn alle materialen zeer goed bewaard: hier vind je geen barsten in het houtwerk!”
Een paar jaar later brengt de familie Wittamer haar ateliers elders onder en beslist ze een deel van haar tijd en middelen aan de restauratie en het behoud van het Solvayhuis te besteden. Jarenlang kan het enkel nu en dan worden bezocht door mensen die de familie min of meer kent. In 2021 gaan de deuren open voor het publiek. Vandaag gaat de gevel weliswaar nog schuil achter steigers voor een noodzakelijke restauratie, maar de interieurs zijn nog even schitterend als toen.
Fragiele parel
Het Solvayhuis was bedoeld als gezinswoning, niet om horden bezoekers te ontvangen. Dat verklaart waarom ook vandaag maar een beperkt aantal bezoekers is toegelaten. Voor een bezoek moet je dus reserveren via hotelsolvay.be/nl of bellen naar 02 640 56 45. Maar de wachtlijst is lang. Onze tip: kies voor een groepsrondleiding. Die is duurder, maar je krijgt toegang tot kamers die niet vrij toegankelijk zijn, zoals de badkamers die aan scheepskajuiten doen denken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier