Hockney naast Van Gogh in het Van Gogh
Meteen bij binnenkomst in het Van Gogh Museum in Amsterdam stralen de felle kleuren van David Hockney je al tegemoet. Een gestileerd boslandschap met paarse en bruine bomen, groene en gele boomblaadjes en een groen tapijt van varens met wat bloemen. Met dit monumentale werk, Het aanbreken van de lente in Woldgate, East Yorkshire, in 2011, geeft de Britse kunstenaar zijn visitekaartje af.
Hockney is gefascineerd door de natuur en beeldt die op herkenbare en kleurrijke wijze af, net als zijn inspirator Vincent van Gogh. In deze tentoonstelling Hockney – ‘Van Gogh, The Joy of Nature’, hangen werken van de twee kunstenaars naast elkaar. De natuurtaferelen van Van Gogh – bomen, tuinen en korenvelden – vinden een echo in de kleurrijke schilderingen van Hockney. Beiden gebruiken de natuur als “lanceerplatform om hun kijk op de werkelijkheid te schilderen”, zegt Van Gogh-expert Bregje Gerritse. In de woorden van Hockney: “Nature is endlessly fascinating”.
De 81-jarige Brit gebruikt traditionele materialen als olieverf, aquarelverf en houtskool. Daarnaast is hij een fervent gebruiker van de iPad-app Brushes. De grote prints van die tekeningen maakt hij eigenhandig, om controle te houden over de kleur en de matheid van het papier. Naast de grote werken hangt er ook een serie van 36 kleine aquarellen van landschappen en straten, die Hockney maakte bij wijze van schets. Ook is er een video-installatie die een bewegend boslandschap toont in de vier seizoenen.
Het is voor het eerst dat het Van Gogh Museum een nog levende kunstenaar eert met zo’n grote expositie. Die is te zien vanaf 1 maart tot en met 26 mei. Het is een van de laatste Amsterdamse wapenfeiten van museumdirecteur Axel Rüger, die per 1 juni begint als topman van de Royal Academy of Arts in Londen.