Knolgroenten inkuilen
Een diepvriezer heb je niet nodig om de knolgroenten uit je moestuin te bewaren in de winter. Het kan ook perfect in een zelfgemaakte kuil.
Wortelen, bietjes, pastinaak, rapen, knolselder, koolrapen... Zolang het geen stenen uit de grond vriest, kan je de meeste harde knolgroenten in de herfst en winter gewoon in de grond laten steken. Je kan ze dan oogsten telkens je er een gerecht mee wil maken. Niettemin zorgt deze bewaartechniek soms voor problemen. De vorst kan de planten beschadigen, vooral aan de kraag, of het oogsten zelf onmogelijk maken. En uiteraard blijft er altijd het risico dat knaagdieren zich aan je ondergrondse knollen te goed doen.
Om dat te voorkomen bestaat er een simpele oplossing: je oogst inkuilen. Je knolgroenten begraven in een kuil om ze op een natuurlijke manier vers te houden, zonder dat ze bevriezen, gaan schimmelen of opgegeten worden door dieren. Eerste stap: haal je groenten bij droog en zonnig weer uit de aarde. Bewaar liefst enkel de dikste exemplaren, bij wortelen bijvoorbeeld. Verwijder het loof en laat de aangekoekte aarde aan de knollen drogen. Een gewassen wortel wordt snel rot. Graaf vervolgens een kuil van twee spadesteken diep (60-70 cm), plaats stukken fijnmazig metaalgaas op de bodem en tegen de randen. Schik daar vervolgens een laag stro van 10 cm op, spreid er een laag knolgroenten op zonder dat die mekaar raken, en vervolgens opnieuw een laag stro. Wissel lagen stro en groenten af tot 10-20 cm onder het grondoppervlak. Bedek alles met een laatste laag stro en nog een 10 cm aarde. Leg er tot slot een stuk ondoordringbaar grondzeil over. De laatste afdeklagen maak je best licht hellend zodat de regen zeker niet tot in de kuil kan doordringen. Je kostbare knolgroeten zijn nu veilig. Vanaf nu open je de kuil enkel nog om er de groenten uit te halen die je nodig hebt.
Je knolgroenten moeten droog zijn voor je ze inkuilt.
Zie je op tegen het graafwerk? Maak dan een bovengrondse kuil van bakstenen (zonder gaten), die je zonder mortel opeenstapelt. Ook nu moet je de bodem en de wanden goed bedekken met gaas en een dikke laag stro.
Dank aan Jean-Luc Wanzoul, prof. aan de technische tuinbouwschool van Gembloux.
Dank aan Jean-Luc Wanzoul, prof. aan de technische tuinbouwschool van Gembloux.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier