Detail van het zelfportret van Rubens ca. 1604 © particuliere verzameling, foto Ans Brys

Rubenshuis toont nieuw Zelfportret van Rubens

Plusmagazine.be Onlineredactie

Het Rubenshuis in Antwerpen heeft er een blikvanger bij: een recent heropgedoken Zelfportret van Rubens, meteen ook het vroegst bekende individuele zelfportret van Peter Paul Rubens (1577-1640). Samen met vier andere nieuwe bruiklenen verrijkt dit werk de Antwerpse kunstenaarswoning.

Reeds geruime tijd voert het Rubenshuis een zeer actief bruiklenenbeleid. Dankzij nauwe contacten met particuliere verzamelaars en musea kon het Rubenshuis de afgelopen jaren tal van topwerken aan het publiek tonen. Vandaag worden vijf nieuwe bruiklenen gepresenteerd, met werk van Rubens, Otto van Veen (1556-1629) en Titiaan (1485/90-1576). De belangrijkste aanwinst is een nieuw zelfportret van Rubens.

Visitekaartje van de jonge Rubens

Het nieuwe zelfportret is het vroegst bekende individuele zelfportret van Rubens. Het is een voorbereidende studie voor een zelfportret dat hij toevoegde aan zijn belangrijkste opdracht aan het hof van de Gonzaga in Mantua: de decoratie van de capella maggiore van de jezuïetenkerk in de Noord-Italiaanse stad.

Hoewel Rubens na zijn aankomst in Italië snel in dienst trad als hofschilder bij de Gonzaga’s, duurde het nog vier jaar voordat hij een echte grote opdracht kreeg. In 1604-1605 schilderde hij voor de jezuïetenkerk drie immense schilderijen: De familie Gonzaga in verering voor de Heilige Drievuldigheid, Het doopsel van Christus in de Jordaan en De transfiguratie. Rubens was zo vereerd met deze opdracht dat hij zichzelf een plaats gaf in de centrale voorstelling waarop de familie Gonzaga in verering voor de Heilige Drievuldigheid is afgebeeld. Door zijn eigen beeltenis erin op te nemen, vereeuwigde Rubens zich als maker van het schilderij. Deze ‘visuele handtekening’ is het eerste visitekaartje van de jonge Rubens.

In het begin van de negentiende eeuw werden de werken door de troepen van Napoleon uit de kerk verwijderd. Vandaag zijn ze verspreid over verschillende Europese musea. Het grote centrale doek is bovendien versneden, en slechts fragmentair en verminkt bewaard gebleven. Ook Rubens’ Zelfportret ging verloren. De voorstudie bleef echter bewaard en is nu het vijfde bekende individuele zelfportret van Rubens, en het tweede in de vaste opstelling van het Rubenshuis. Het voorbereidende zelfportret dook recent weer op en werd – na controverse in het verleden – door Ben van Beneden en Arnout Balis opnieuw aan Rubens toegewezen.

Overige nieuwigheden

Ook Het portret van een jonge vrouw met een halsketting dateert uit Rubens’ Italiaanse periode. Het levendige portret toont een jonge vrouw met grote, intense bruine ogen en volle rode lippen. Waarschijnlijk schilderde hij haar omstreeks 1605-1606 in Genua. Het meest opvallende van het portret is de bravoure waarmee het – wellicht in minder dan een dag – werd geschilderd. De gelaatstrekken en expressie van de vrouw zijn subtiel weergegeven, terwijl haar kleding schetsmatig is opgezet. Zoals aan de randen is te zien, bleef het portret onafgewerkt.

Portret van een jonge vrouw
Portret van een jonge vrouw© Museum of Fine Art, foto Ans Brys

Van Titiaan – een van Rubens’ grote Italiaanse voorbeelden – is een laat portret van een hooggeplaatste Venetiaanse bevelhebber te zien. Vermoedelijk gaat het over Francesco Duodo, een sleutelfiguur in de Slag bij Lepanto (1571). De inzet van deze grote zeeslag tussen een christelijke alliantie en de Ottomaanse Turken was de controle over de Middellandse Zee.

Rubens’ busteportretten van de Romeinse keizers Vitellius (15-69 na Chr.) en Vespasianus (9-79 na Chr.) behoorden oorspronkelijk tot een reeks van twaalf. Waarschijnlijk waren ze onderdeel van de decoratie van Rubens’ huis, waar ze boven de nissen hingen in zijn beeldenmuseum. De schetsmatig aangebrachte verfstreken maken het onwaarschijnlijk dat de werken bedoeld waren voor de verkoop. Daarnaast suggereert de ovale vorm dat de meester ze schilderde voor een specifieke plek en doel.

Vitellius
Vitellius© particuliere verzameling, foto Ans Brys

Een ander Italiaans getint werk is dat van Otto van Veen, de belangrijkste leermeester van Rubens, namelijk De Inname van Rome. Van Veen, die zijn naam verlatijnste naar ‘Vaenius’, was een pictor doctus, een geleerde schilder met grote kennis van de antieke kunst en cultuur. De voorstelling toont de inname van Rome, gesymboliseerd door de gelijknamige godin die met haar handen op de rug de stad wordt uitgevoerd. Aan haar voeten is de wolvin afgebeeld die Romulus, de legendarische stichter van Rome, en Remus voedt, terwijl op de achtergrond een brandende stad is te zien.

  • Rubenshuis, Wapper 9-11, 2000 Antwerpen, www.rubenshuis.be
  • Open van dinsdag tot en met zondag van 10 tot 17 uur. Laatste toegang om 16 uur. Gesloten op maandag, 1 november, 25 december en 1 januari.
  • Het Rubenshuis is voorlopig alleen toegankelijk voor bezoekers met een vooraf aangekocht ticket. Alle informatie over tickets en een veilig museumbezoek is te vinden op www.rubenshuis.be/nl/coronavirus.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content